zaterdag 26 november 2011

To vote or not to vote?

Na een emotioneel en lichamelijk uitputtende week op Tahrir, vonden mijn echtgenoot en zijn vrienden – allen seculiere activisten, om precies te zijn - het tijd om zich even terug te trekken en te reflecteren. Nergens een meer inspirerende plek dan aan de voeten van de ‘oude’ piramides van Saqara.
De hele groep is al jaren actief in ‘peace building’ in Egypte. Ze stimuleren kennis over en dialoog tussen de verschillende groepen van de Egyptische maatschappij, in de vorm van informatiesessies en workshops. Om eerlijk te zijn, keek ik in het begin een beetje neer op hun ‘missie’. Het klonk me naief en belerend in de ogen. Ja, zelfs wat superieur. Je kan immers de onevenwichtige machtsverhouding tussen de verschillende klassen niet ontkennen. Maar toch, na geregeld sessies te hebben bijgewoond, ervaarde ik zelf hoe wij (de middenklasse) veel leerden van de Ander (veelal de armere klasse) en dat daardoor die Ander zich aangespoord voelde om meer bij te dragen. Vaak resulteerden die sessies in een echte samenwerking tussen de verschillende groepen, en aldus in meer begrip en solidariteit en in een waar diversiteitsdenken.
Dat diversiteitsdenken was kenmerkend voor zowel de januarirevolutie als die van nu. Ongeacht hun sociale, religieuze, etnische, ideologische of professionele afkomst kwamen mensen hand in hand samen op Tahrir en de andere pleinen in heel Egypte. Verschillen telden niet, alleen een gemeenschappelijke visie: vrijheid. Mensen offerden zich voor elkaar op, letterlijk. Tijdens de meest bloedige dagen op Tahrir ervaarden vele activisten tevens een soort van paradijselijk, universeel Zijn. En net daardoor groeide hun geloof in en hoop op een vrij Egypte.
Het was een emotioneel samenzijn, gisteren in Saqara. Nog moe en verward van de strijd, was het voor velen de eerste keer in een week om hun gevoelens en gedachten te delen – en te beginnen aan een verwerkingsproces. Een deelnemer, die ik nog niet kende, was tot enkele jaren geleden politieofficier geweest. Zijn perspectief betekende  een verrijking. Volgens hem zijn er vier rangen binnen het Egyptische politiekorps:
-          De apen, die getraind worden om in een uniform in het circus op te treden en vooral niet mogen nadenken; enkel orders mogen uitvoeren. De agenten krijgen geen enkele training. Ze worden alleen gebroken.
-          De ezels, die gebukt gaan onder een enorme last en moeten ondergaan. Ze worden getraind in koppigheid en hardheid.
-          De kamelen, naar wie van buitenaf wel wordt opgekeken, maar die tevens de lasten moeten dragen en ondertussen moeten slikken en herslikken. Ze worden getraind in het neerkijken op de lagere rangen en het plebs – de burgers, zeg maar.
-          De honden, die moeten blaffen en bijten, maar moeten gehoorzamen aan de Baas, namelijk aan de minister (voorheen de zwaar gehate man Al Adly, ironisch genoeg te vertalen als ‘de rechtvaardige’)
De man in kwestie was opgeklommen tot kameel, maar nam ontslag na zich zwaar verslikt te hebben. Van gewelddadige officier bekeerde hij zich tot vredesactivist.
Een dilemma waarmee de hele groep worstelde, was ‘to vote or not vote’. Tijdens het geweld van de laatste week hadden verschillende partijen hun campagnes stilgelegd uit protest tegen de SCAF. Maar wat nu, na de miljoenenbetoging van afgelopen vrijdag? Het eerste deel van de verkiezingen staat gepland voor maandag! Deelnemen aan de verkiezingen – zowel als politieke kandidaat als als stemgerechtigde – betekent een legitimisatie van de huidige situatie en dus van de SCAF en zijn nieuw aangewezen eerste minister, een bejaarde uit het Mubarak verleden. Deelnemen kan ook gezien worden als een verraad aan de martelaars die hun leven gaven aan de hoop op vrije en democratische verkiezingen. Hoe kunnen de verkiezingen vrij en democratisch zijn als ze worden gecontroleerd door datzelfde leger en ordediensten die tot en met de dag van vandaag burgers bedreigen, folteren en vermoorden?
Maar wat is het alternatief? Kwamen we niet allemaal op straat voor verkiezingen en een einde aan de dictatuur? Waarom zouden we dan nu deze historische kans laten voorbijgaan en de verkiezingen boycotten? De wonderen zijn de wereld niet uit, maar een opschorting van de verkiezingen en een einde aan het militaire beleid zie ik niet zo snel gebeuren. Dus hebben we eigenlijk wel een keuze? Indien we niet gaan stemmen, geven we de macht op een plaatje aan de imperialistische alliantie tussen de moslimbroeders en het leger. Indien vele mensen de verkiezingen zouden boycotten, zou het nieuwe parlement uiteraard weinig credibiliteit genieten, maar eigenlijk weten we niet wat de ‘stille’ massa gaat doen.
Stemmen of niet? De conclusie lijkt te zijn dat het een individuele keuze is. De activisten met wie ik gisteren samenzat, willen niemand in een bepaalde richting duwen. Indien ze een bepaalde kandidaat echt geloofwaardig vinden, zullen ze erop stemmen. Anders stemmen ze niet. Maar, zoals mijn echtgenoot me gisteren zei: “It feels that not voting is like not existing. And we do exist! More than ever!” Mijn uiterst persoonlijke conclusie: stemmen.

dinsdag 22 november 2011

Tahrir verliest ogen, maar geen visie

“Op de ogen mikken, ” schreeuwde een officier zijn agenten toe. Honderden demonstranten op Tahrir hebben de laatste dagen (een deel van) hun zicht verloren. De beelden van de jongeman Ahmed die in januari zijn ene oog verloor en nu zijn andere, gaan de wereld rond. Tot op dit moment (23 november, 4 uur ’s ochtends) worden de betogers aangevallen door een regen van rubberkogels en traangas. Ondertussen gaan de geruchten de ronde dat het traangas, uiteraard van Amerikaanse makelij, een soort vergif bevat dat zeer schadelijk is. Het veldhospitaal in Tahrir meldt inderdaad heel veel gevallen van verstikking, meer dan tijdens de traangaswolken van januari. Ook mijn man, die tot laat op Tahrir was, heeft last van een piepende ademhaling. Weinigen in Cairo slapen vannacht. De moedigsten staan op Tahrir, de anderen zijn gekluisterd aan TV en computer. Op Facebook en Twitter volg ik de activisten en deel hun hoop, angst en pijn. Zopas verscheen het alarmerende bericht dat de metrogangen onder Tahrir vol gas hangen en verschenen er foto’s van mensen die brakend op de grond lagen.
En ondertussen speelt er zich alweer hetzelfde duivelse tafereel af op hogere niveaus. De speech van de Egyptische militaire top onder leiding van Tantawi was een herhaling van de geschiedenis. Mubarak versie 2.0. Als een autoritaire patriarch sprak hij vol lof over de heldendaden van het Egyptische leger, de opofferingen voor het volk, de eenheid met het volk. “En dat volk,” daverde hij als een ware dramaturg, “belastert ons nu! Maar we zullen het hen vergeven, indien het zich nu gedraagt.” Bam! Nog een klap in het gehavende gezicht van de betogers. Zelfs de blinden zien hoe mensonterend deze leugens zijn. Wie heeft er hier een zwaar tekort aan visie? Maar heeft de lergertop eigenlijk wel een visie gehad de laatste jaren? Het leger heeft alleen de eigen belangen willen dienen. Het zou 30 procent van de Egyptische economie in handen hebben. Het is de grootste ontvanger van Amerikaanse steun, na Israel. Het leger heeft de betogers van januari nooit beschermd. Het is gewoon met de wind meegedraaid, afwachtend welke weg de eigen privileges zou dienen. Op die weg is het een pervers verstandshuwelijk aangegaan met de Moslimbroeders, altans met de leiding daarvan. Die leiding heeft zich alweer tegen de betogers gekeerd. De jonge generatie Moslimbroeders daarentegen staat wel mee op Tahrir. Hand in hand met de seculieren en islamisten.
En ondertussen op de internationale scene: enkele slappe vingertjes die wijzen op het naleven van het verdrag van de mensenrechten. En de Obama administratie die al heftig heeft gereageerd op het belang van het doorgaan van de verkiezingen volgende week. Uiteraard, want al maanden geleden hebben de Amerikaanse top, de Egyptische legertop en de top van de Moslimbroeders hun verdrag gesloten en verzegeld met het bloed van het Egyptische volk. Geen democratie, maar ‘regionale stabiliteit’. Stabiliteit in de zin van een doorzetting van de huidige koloniseringspolitiek. Alleen hadden ze niet gerekend op het inzicht van dat Egyptische volk – en het Arabische volk bij uitbreiding. In een laatste barbaarse poging proberen ze Tahrir dan maar de ogen uit te steken, maar zelfs zonder zicht blijft het volk een duidelijke visie hebben en nastreven: een einde aan de imperialistische dictatuur in Egypte en de hele Arabische wereld! Het is nog een kwestie van tijd, en van bloed – helaas.

maandag 21 november 2011

Frustraties

Wat doet een hoogzwangere moeder zoals ik tijdens revolutionaire hoogdagen? Juist ja, ruzie maken over de afwas. Kon hij nu echt niet eerst de afwas doen alvorens naar Tahrir te vertrekken?
Vrijdag betekende een herademing in het ‘post’-revolutionaire Egypte. Wel, ik heb nooit geloofd in dat ‘post’, want dat was niet meer dan een strategisch taalmiddel om de ware missie van de revolutie te verduizelen en ontkrachten. Maar ik geef toe dat de revolutie sinds de maand ramadan zwaar op zijn gat lag. En dan dus, vrijdag, 18 november. Honderdduizenden betogers in heel Egypte, met een eis: een einde aan de militaire dictatuur. Vreedzame protesten. Totdat Tahrir op vrijdagnacht gewelddadig ontruimd werd door de ordediensten. Toen ik zaterdagochtend voorbij het plein reed, zag ik enkel een zwarte muur uniformen en een rookpluim die opsteeg uit het grasveld waar voorheen de tenten van de betogers stonden. De slag leek gestreden, een-nul voor zwart. Totdat het plein volstroomde met sympathisanten van de gemolesteerde betogers. De volgende drie dagen werden een kat-en muisspel tussen revolutionairen en contra-revolutionairen, nl de ordediensten. Op dit huidige moment, maandagavond 2 1 november, staat de ‘score’ langs burgerzijde op dertig martelaars en meer dan duizend gewonden. En heeft het leger alweer zijn monsterlijke gelaat getoond. En wacht ik op een teken van leven van mijn echtgenoot.
De revolutie Part One volgde ik gefrustreerd vanachter mijn computer, geisoleerd in de Zoerselse bossen. De revolutie Part Two volg ik opnieuw gefrustreerd vanachter mijn computer, geisoleerd in de woestijn op zo’n 20 km van Tahrir. Met die dikke buik ben ik toch maar een obstakel op Tahrir. Ik probeer wat logistieke hulp te verlenen; activisten met elkaar in contact brengen, steun geven aan een inzamelingsactie van medicatie voor de gewonden. Niets cruciaals, niets heldhaftigs, niets historisch. Kortom, ik breng deze revolutionaire hoogdagen door in een groeiende ergernis en loop zuchtend de muren van Facebook op. Ik lees net dat een vriendin/activist een oproep doet voor het bezorgen van snorkelmaskers, die goed zouden helpen tegen het traangas. Waar moet ik nu, om 10 uur ’s avonds snorkelmaskers vandaan halen? Hoe kan ik helpen? Oh God, ik hou het niet meer uit. Ik ga de afwas doen.

vrijdag 18 november 2011

(On)zekerheid

Het leven heeft me geleerd me niet bloot te geven, want bloot betekent kwetsbaar. Het leven heeft me geleerd een masker te dragen, want de echte ik mag niet gezien worden. Het leven heeft me geleerd in de rij te lopen, met hier en daar een frivool huppelpasje, want dat is emancipatie.
Het leven heeft me te dikwijls bedrogen. Want over wiens levenspad gaat het? Over het mijne? Of over datgene dat door mijn maatschappelijk-culturele context werd uitgestippeld, nog voor ik geboren werd? Nee, ik heb het hier niet over een of ander goddelijk lot, maar over de samenleving. Samenleving als een eufemisme voor ontworteling. Bij het doorknippen van de navelstreng wordt elke baby ontworteld van zijn vrije – goddelijke – zijn en dromen en wordt die geketend aan een machine die samenleving heet. Eerlijk, hoeveel echte keuzevrijheid kennen wij?
Ik ben geen socioloog, dus ik ga geen maatschappelijke analyse geven. Ik ben een eeuwige zoeker. Ik wil me ontrukken aan dat klevende masker, aan die kleren die mijn beweging remmen. Ik wil niet huppelen, maar vliegen! Als kleuter vloog ik, echt waar. Tot ik naar school moest. Daar werd het vliegen me verleerd. Rationaliteit! Mensen kunnen niet vliegen op eigen krachten. Creativiteit? Beperkt tot het kiezen van de kleur van de kleren van zwarte piet.  Waarom geen witte piet? Omdat zwarte pieten zwart zijn. Ik moest flink zijn. Wat is flink? Meedoen met de rest, op je tanden bijten, je vleugels verliezen – of altans je geloof daarin, want we hebben geen vleugels!
Een middenklassegezin. Een veilig nestje, samen eten, samen op reis, warme herinneringen. Niks te veel, niks te weinig. Het heilige geloof in zekerheid. Voor de zekerheid heb ik Latijn gevolgd. Daarmee kon ik later nog alle richtingen uit. Voor de zekerheid werd er voor mij aan huwelijkssparen gedaan, met een hoge intrest. Daarmee kon ik later alvast starten. Voor de zekerheid werd er gezwegen over de het grote familiegeheim dat iedereen kende en dat altijd als een donderwolk boven het samenzijn hing. Dat zou later wel verwerkt worden.
En nu is het later. Veel later. Wat hebben mijn zekerheden mij verzekerd? Een CV met enkele universitaire diploma’s, wat verre herinneringen aan exotische reizen met mijn huwelijkscentjes, een onverwerkte familiegeschiedenis. En verder, de onzekerheid over mijn zekerheid. En de zekerheid over mijn maatschappelijke falen. Ik ben gefaald in het efficient gebruiken van mijn door de maatschappij geboden zekerheden. Ik ben mislukt in het uitbouwen van verdere zekerheden. Zie me nu, het verloren schaap, zonder inkomen, zonder spaarcentjes, zonder levensverzekering, ergens in de woestijn en zwanger van een derde kind! En zo onzeker over wat komen zal.
Ja, ik voel me heel onzeker. Onzeker over mijn toekomst, die van mijn kinderen, die van Egypte en die van de wereld. Maar tegelijkertijd ben ik zeker dat het goed is zoals het is. Ik voel me zeker geen slachtoffer van verkeerde keuzes. Die bestaan niet. Elke keuze draagt een mogelijkheid in zich mee. Geen zekerheid, zeker niet! Maar wel een vrijheid. De vrijheid van het onzekere.
Zekerheid heeft me mijn vrijheid ontnomen. Onzekerheid heeft me het leven gegeven. En een geloof in een leven zonder masker. Beetje bij beetje gooi ik mijn kleren uit. Beetje bij beetje leer ik mezelf meer kennen en houden van de onzekerheid van een bloot bestaan.

dinsdag 1 november 2011

Hoop

Ik heb me de laatste weken teruggetrokken van de politieke scene. Geen Tahrir, geen schrijven, geen journalistieke bijdragen, geen contact met hardcore vrienden-activisten. In mijn schelp probeer ik te overleven. Overleven – niet meer en niet minder -  is doorheen de geschiedenis de dagelijkse kracht geweest van miljoenen Egyptenaren. Overleven zonder openlijke hoop, zonder toekomstdromen. Tot de revolutie van 25 januari. Toen vatte de hoop weer vuur, want dood was die hoop niet, en zal ze nooit zijn. Alleen is die hoop, 9 maanden later, weer geslonken tot een waakvlammetje: de enige strategie om te overleven.
Diep in ons hart leeft de hoop nog, als een sprankeltje licht dat ooit, echt waar, weer zal schijnen. Maar we laten het even niet ontkiemen, want dat doet pijn. Telkens wanneer de hoop bloeit, wordt ze weer afgeplukt. Knak. Onthoofd. Weg. Maar het zaadje blijft, verstopt in een kokon, om zich weer in al haar schoonheid te bevrijden wanneer de tijd rijp is. Alleen wil de tijd nu even niet rijpen. De tijd is bitter, grijs, rauw. De winter staat voor de deur.
Maar laten we nu niet melancholisch gaan doen over een zogenaamde Arabische lente. Ik heb nooit geloofd in een lente; een koloniaal-exotisch concept. Oe, de periferie rept zich, wat spannend! Tegelijkertijd werden alle netten uitgegooid om echte verandering te verhinderen. En dan de zelfvoldoening: “Zie je wel. De Arabieren zijn niet klaar voor democratie. Ze hangen nog te veel aan hun religie vast. En islam kan, zoals we wel weten, geen verlichting brengen.”
Fuck you! Ik rep me uit mijn schelp met een welgemeende fuck you! Fuck de ‘westerse’ verlichting. Fuck de ‘westerse’ democratie. Fuck de ‘westerse’ zelfgenoegzaamheid. Tunesie heeft al bewezen dat het een democratisch pad kan bewandelen. But really, who cares about Tunesia? Geen grondstoffen, geen strategische positie; louter het hinterland. En Egypte, wie blijft het leger steunen? Jawel, het westen! Miljoenen worden er gepompt in dat logge, machtsgeile monster. Een monster dat haar burgers manipuleert, molesteert, detineert en prostitueert. Burgers die opkomen voor hun democratische wensen en rechten. Wie is niet klaar voor democratie?
Ik ben boos, maar net die boosheid is een reddingsboei in de zwarte oceaan der hopeloosheid. De Egyptenaren zijn boos. En weldra zal die boosheid weer omslaan in een golf van hoop. Dat moet. Want louter overleven is niet leefbaar. Overleven om te overleven, de hoop onderdrukkend, is zo pijnlijk, zo onmenselijk, zo onrechtvaardig!
Bismillah, al rahmani, al rahiem.

maandag 10 oktober 2011

update bloedige 9/10/11

Even een update. Zowel Vlaamse tv als radio contacteerden me vandaag om verslag uit te brengen over de recente gebeurtenissen in Cairo. Ik heb het echter niet gedaan, gewoon omdat ik te uitgeput ben en die extra stress momenteel niet aankan. Wat er gisteren gebeurde, kwam voor iedereen als een donderslag bij zonnige hemel. Volgens de getuigenissen van activisten/vrienden die erbij waren, kunnen we uit de chaos het volgende opmaken:

Koptische betogers kwamen op straat in Cairo als reactie op een kerkbrand in de buurt van Aswan. Ze werden bijgestaan door een grote kern revolutionairen.
Onder de betogers zouden een aantal infiltranten gezeten hebben die betaald werden door het leger om geweld te gebruiken. Ze gooiden met stenen en staken auto's in brand.
Als reactie werden alle betogers omsingeld door het leger, dat gewelddadig optrad.
Zowel koptische betogers als hun moslim sympatisanten werden daarbij gedood en verwond.
Het leger liet geen pottekijkers toe en sommige officieren zouden zelfs de bendes hebben voorzien van wapens. Het leger gebruikte duidelijk dodelijke munitie.
De staatsmedia sprak over een aanval van koptische extrimisten op het leger en riep de bevolking op het leger te steunen.
Er was chaos alom.
Nu lekken hoe langer hoe meer getuigenissen die de rol van het leger bewijzen als aanvoerder van het geweld.
De minister van informatie heeft gedreigd dat iedereen die de staatsmedia in een zwart licht plaatst, vervolgd zal worden.

Op dit moment trekken honderden activisten door Cairo met de slogan: 'Kopten en moslims, hand in hand. Gedaan met de SCAF (het leger).' Er wordt verwacht dat er nog bloed zal vloeien.

De meeste Egyptenaren zijn met verbijstering geslagen. Niemand gelooft dat dit louter religieuze conflicten zijn. De meeste mensen zijn er zeker van dat dit georkerstreerd wordt. Jammer genoeg heb je altijd extremisten die zulke kansen niet laten liggen om verder haat te zaaien.

We zullen zien hoe dit afloopt. Ik denk/hoop dat het tweede deel van de revolutie volgt. De SCAF moet aftreden. Het leger zet immers de repressie van het Mubarak regime gewoon verder. Het leger is immers zelf een mafioze instantie die erop uit is de eigen macht en rijkdom te behouden. Het wordt daarbij grandioos gesteund door de VS. Noch de VS, noch het leger willen echt democratie in Egypte. Door tweedracht te proberen zaaien, hoopt het leger de verkiezingen uit te stellen en ondemocratisch te laten verlopen - dwz onder een noodtoestand, dus zonder vrije meningsuiting en met willekeurige arrestaties. Het aantal activisten dat voor militaire rechtbanken verschijnt, loopt dramatisch hoog op.

Twee scenario's mogelijk:
- het leger en de haatdragers lukken in hun missie om tweedracht te zaaien en Egypte blijft een dictatuur
- Revolution Part II: de eenheid haalt het en mensen gaan weer massaal de straat op. Alleen zal het deze keer veel bloederiger verlopen, want het leger zal terugbijten.

Vergeef me mijn oppervlakkige analyse. Ik ben te moe om meer diepgang te brengen. Momenteel zijn mensen bang, maar ook strijdvaardig. Eenmaal van de vrijheid geproeft te hebben, zullen ze die niet snel meer laten afnemen. Er is hoop. Echt waar!

dinsdag 20 september 2011

In de war

In de war
Ik ben lichtelijk in de war. Vanuit de Kempense bossen is het onmogelijk om de veranderingen in Egypte in te schatten. Ach, misschien is het zelfs niet mogelijk vanuit Cairo zelf. Na de rust van de Ramadan volgen de nieuwe gebeurtenissen zich nu in ijltempo op. Vorige week nog gaf ik een voordracht over de Egyptische revolutie. De uitdaging lag hem niet zozeer in het schetsen van de achtergrond of in een overzicht geven van de hoogtepunten tot op heden, maar wel in een analyse van de uitdagingen waarvoor het Egyptische volk staat.
Goed, ik ben god niet, maar ik was toch graag wat verder gaan dan het wijzen op een drietal verschillende scenario’s met als conclusie dat ik het eigenlijk echt niet weet. Er ging een zucht van teleurstelling door de zaal. Het spijt me, beste mensen, ik weet het gewoon niet. Maar wie wel? Wie begrijpt nog wat de huidige gebeurtenissen in Egypte echt betekenen, en welke gevolgen ze zullen hebben?
Neem nu de ‘aanval’ op de Israelische ambassade in Cairo van 10 september. Juist, het was een reactie op de moord op Egyptische grenswachten door het Israelische leger en op de kolonisatiepolitiek van Israel. Maar waarom liet het Egyptische leger de demonstranten in Cairo plotseling begaan en de ambassade binnenvallen? Meer nog, waarom had het Egyptische leger zich zelfs verwijderd en plaats gemaakt voor de demonstranten? Waarom trad het daarna hardhandig op en schoot het op het eigen volk?
Enkele uren later zag de militaire raad, die Egypte momenteel bestuurt, af van haar voornemen om de noodwet na dertig jaar eindelijk af te schaffen. Integendeel zelfs, de raad wil de noodwet nog verstrengen. Haar argument? De groeiende onveiligheid in Egypte, zoals bleek uit de aanval op de Israelische ambassade. Hmmm, waarom word ik hier achterdochtig? Terwijl de raad nog altijd geen exacte datum heeft vastgelegd voor de parlementsverkiezingen, verlamt ze met deze beslissing het democratische verkiezingsproces. Hoe kunnen partijen en kandidaten nog kritiek uiten en campagne voeren zonder ervan beschuldigd te worden een ‘gevaar voor de nationale veiligheid’ te zijn?
Ik had verwacht dat alle politieke actoren massaal naar Tahrir zouden trekken. Aanvankelijk hadden zelfs de Moslimbroeders opgeroepen tot een betoging, waarmee meteen een eerste barst in het huwelijk tussen Moslimbroeders en Militaire Raad zichtbaar werd. Maar al na enkele dagen besliste het bestuur van de Moslimbroeders een betoging tegen de verlenging en verstrenging van de noodwet te boycotten. Het argument? De nationale veiligheid. Hmmm, wiens veiligheid? Bon, van de Moslimbroeders ben ik al gewend dat ze keren met de wind, dus had ik mijn hoop gericht op de ‘linkse’ coalities. Maar he? Ook de meerderheid uit die hoek trok zich terug. Wat gebeurt er? Hallo, iemand?
Zelfs van de Egyptische activisten uit mijn vriendenkring kreeg ik tegenstrijdige berichten. Slechts enkelen zijn wel naar Tahrir afgezakt. Sommigen begrepen de beslissing om niet naar Tahrir te trekken, “omdat we in een meer volwassen fase van de revolutie zijn beland”. Volwassen, dus niet kinderachtig gaan roepen op Tahrir. Maar wat dan wel? Anderen volgden de meerderheidsbeslissing om “scheuren te voorkomen in de prille coalities”. Nog anderen vinden dat de Militaire Raad gelijk heeft, “uit angst voor geweld”. Gho, blijkbaar werkt het discours van ‘nationale eenheid’ wel.
Ben ik hier te kritisch voor de activisten? Ben ik zo vervreemd van de realiteit door mijn maandenlange verblijf tussen de eekhoorntjes? Heb ik geen oog voor alternatieven buiten ‘Tahrir’? Help, ik ben ernstig in de war! Tijd om terug te keren! Tijd om mezelf onder te dompelen in de diversiteit van realiteiten, gebeurtenissen en scenario’s. Tijd om mijn verwarring te delen met andere Egyptenaren. Tijd om me erbij neer te leggen dat ik het even niet weet.

woensdag 7 september 2011

Verantwoordelijkheid

Ik heb een burn-out. Ik ben opgebrand. Over de grenzen van de overmoeidheid gegaan. Nee, ik ben niet depressief. Ik ben gewoon op. Maar ik weet dat ik weer beter zal worden. Alleen dit schrijven al betekent voor mij een stap vooruit. Bespaar me alleen van die goed bedoelde medelijdende blikken. “Tja, dat komt ervan,” zeggen ‘ze’ met een schuine hoofdknik en een opgetrokken wenkbrouw.
Mijn burn-out zou te maken hebben met mijn naief geloof in rechtvaardigheid, mijn hopeloos streven naar een betere wereld. “Want, wees nu eerlijk voor jezelf, het leven is altijd klote geweest voor een groep mensen. De geschiedenis is een aaneenschakeling van onderdrukking en bloedvergieten. Aanvaard de wereld zoals hij is en maak er zelf het beste van. Je hebt toch alles om gelukkig te zijn, Eva! Focus je op je kinderen.”
Hell yeah! Dat is precies wat ik doe. Ik focus me op mijn kinderen en ik besef dat de canon van de wereldgeschiedenis een bloedrode stroom volgt. Maar ik wil niet dat mijn kinderen, en die van jou, en die van die Somali vrouw op de vlucht, in eenzelfde gewetensloze en negatieve wereld opgroeien. Ik geloof in het humanisme, ik geloof in de Koranische boodschap, ik geloof in het voorbeeld van de profeet Mohamed, ik geloof in de mensheid en net daarom wil ik vechten tegen cynisme, navelstaren en apathie. Wij zijn niet geboren om op ons gat te zitten met een pint in de hand, lullend over de nieuwe roddels over de een of andere filmster.
Mijn burn-out zou te maken hebben met mijn complexe gezinssituatie, mijn leven in twee werelden. Twee werelden? Nee, hoor, Egypte behoort ook tot deze wereld. Meer nog dan de modale Vlaming durft toe te geven. Egypte is niet alleen onze bakermat, Egypte is ook onze buur. Een buur die het beu is geen respect en gastvrijheid te ontvangen. Een buur die telkens harder gaat kloppen op onze metalen deur met enorme hangsloten. In ons kleine kamertje begint het ondertussen duchtig te stinken. Maar als we een raam openen, zullen die buren wel binnenstromen. Dus houden we alles claustrofobisch dicht en verstikken we stilaan maar zeker.
Mijn voortdurend reizen tussen Belgie en Egypte is mijn reddingsboei. Belgie symboliseert herinneringen en familiale warmte, Egypte vrijheid en hoop. Belgie staat voor het verleden, Egypte voor de toekomst. Mijn burn out is eerder het gevolg van een voortdurend opboksen tegen het onbegrip voor en het verzet tegen mijn levenskeuzes. Hier moet ik me voortdurend verantwoorden en word ik terecht gewezen. Ik werk, maar niet volgens een aanvaard stramien, waardoor ik steeds minder rechten geniet. Mijn kinderen krijgen een rijke opvoeding, maar niet volgens de burgerlijke normen, waardoor ze meewarig bekeken en behandeld worden. Mijn man werkt meer dan de modale Vlaming, weliswaar als vrijwilliger in de heropbouw van zijn moederland, zonder enige steun te vragen van zijn nieuwe land. Maar nee, het wordt tijd dat hij zijn verantwoordelijkheid opneemt!
Verantwoordelijkheid. Hier valt het kernwoord. Mijn burn-out is het gevolg van een verantwoordelijkheidszin die steeds minder wordt gedeeld en aanvaard. Niet alleen door individuele burgers, maar door een heel systeem. Ik ben niet de enige in mijn vriendenkring met een burn-out. Dit fenomeen komt hoe langer hoe meer voor bij dertigers die moe zijn van het strijden voor hun idealen en telkens botsen op dezelfde vooroordelen en onwetendheid. Wat mij zorgen baart, is niet zozeer onze burn-out, want daar geraken we wel uit, maar wel de reactie daarop. Wij moeten veranderen, niet de samenleving. Wij moeten ons leren neerleggen bij de huidige ongelijkheden en blind zijn voor de onrechtvaardigheden! Wel, dat zullen we nooit doen.
Ik ben moe, ik ben opgebrand, maar mijn vuur blijft heet. Ik blijf optimistisch. Net zoals de Egyptische activisten tijdens de ramadan, trek ik me even terug van het strijdveld, om me spiritueel te versterken en er met nieuwe inzichten opnieuw tegenin te gaan. Ik zal pas rusten wanneer optimisme niet langer op een cynische en meewarige manier wordt bekeken. Op een wereld waarin hoop en optimisme vanzelfsprekende mensenrechten zijn, daarop ben ik gebrand!

maandag 22 augustus 2011

Zenga zenga!

Vandaag ben ik Lybier. Vandaag ben ik optimistisch over de bijna-val van een dictator. Khadaffi, een man die ooit mijn respect genoot in zijn strijd tegen het imperialisme, maar uiteindelijk zijn principes opzij zette voor het eigen materialistische overleven. Een hypocriet dus. Ooit geloofde zijn volk in hem en zijn politiek. Lybie had democratisch kunnen geweest zijn. Maar bon, het heeft geen zin te blijven tobben over wat had kunnen zijn.
De feiten zijn hard en bloederig. De leider heeft zijn eigen land en oliebronnen al lang geleden verkocht, heeft zijn volk in het gezicht gespuwd, zijn jongeren uitgescholden voor ratten en hen bedreigd met een vreselijke dood. Die bedreiging heeft hij ook ten dele waar gemaakt, hoewel ik niet denk dat we ooit de volledige waarheid zullen kennen achter het bloedvergieten van de voorbije maanden. Uiteraard zijn ook de rebellen geen heiligen. Wie waren die rebellen trouwens? Voor sommigen waren ze helden en bevrijders; voor anderen waren ze terroristen en spionnen voor het westen. De toekomst zal hen een duidelijker gezicht geven.
En dan de NAVO. Ach, die zielige bende in haar midlife crisis. Met koloniaal racist Sarkozy aan kop. Zie de ‘lidstaten’ nu zichzelf op de borst kloppen. Met miezerig, regeringsloos Belgie vooraan. Jawel, wij Belgen hebben een belangrijke rol gespeeld in het democratiseringsproces van Lybie en wij zullen een nog belangrijkere rol spelen in de ontwikkeling van dat land en zijn onderontwikkelde burgers. Wij zullen hen eens leren een regering te vormen, gebaseerd op de wil van het volk,  democratische verkiezingen en opbouwende dialoog. Hoe pathetisch.
En toch voel ik me vandaag Lybier. De trots over de val van de derde dictator in de Arabische rij kan de NAVO mij niet afpakken. En de hoop dat er nog een vierde zal vallen, en een vijfde, en ... Jawel, ik ben optimistisch. De renaissance van de Arabische landen is een feit. Weldra zullen ook Mekka en Medina bevrijd worden van een verstikkende dictatuur. Dit is nog maar een begin. Laat de NAVO-leden zichzelf nog maar een (laatste) keertje narcistisch in de spiegel bewonderen. Als ze diep genoeg kijken, zullen ze de grijnsende lach zien van een volk dat de vrijheid proeft.
Zenga, zenga! Sssshhht, ik heb geen zin in doemdenkers, want eigenlijk vind ik al die negatieve scenario’s op dit moment heel pervers. Alsof de Lybiers niet beseffen dat ze voor enorme uitdagingen staan. Alsof alle moslims te brainwashen zijn door het wahabisme. Alsof de Arabieren zich niet bewust zijn van de imperialistische dreiging. Het is gedaan met de oude potentaten en de oude wereldstructuren. Zenga, zenga! Centimeter na centimeter, huis na huis, straat na straat ... het is tijd voor de overwinning!  

zaterdag 6 augustus 2011

Hier of daar

Hier of daar, ik weet niet waar.
Hier is de zekerheid van de zekerheid. Zolang je binnen het systeem past natuurlijk. Een systeem van uitbuiting, menselijk en ecologisch.
Daar is de zekerheid van de onzekerheid. Een systeem in wording, democratie of militaire dictatuur. Alles of niets.
Terwijl de wereld niet langer kijkt naar Tahrir, wordt net daar mijn toekomst bepaald. Ja, laat me nu eens alles vanuit mijn eigen perspectief analyseren. Ik, moeder van twee – insha’Allah drie – kinderen. Echtgenote van een Egyptische activist, die met hart en ziel voor een democratisch Egypte strijdt. Zelf sinds kort ook in het bezit van de Egyptische nationaliteit. In het bezit, nu ja, in hoeverre je een nationaliteit als een bezit kan zien. Een erg kapitalistische definitie. Een bezit zou mij in principe ook kunnen worden afgenomen, indien ik tot de ‘zwakke’ groep behoor, namelijk een allochtoon in Egypte. Maar goed, in deze tijden gelden de koloniale normen nog en staat blank gelijk aan permanent bezit.
Weinig mensen hier begrijpen nog waarom ik in Egypte blijf. Voor 28 januari was de logische verklaring mijn vermeende zucht naar ‘avontuur’, ‘exotisme’ en ‘opportunisme’ – lees ‘een lui bestaan in de zon’. Nu is er geen rationele verklaring meer te vinden, dus ben ik ‘irrationeel’ en ‘onverantwoord’. Ik zet de toekomst van mijn kinderen op het spel. Ik vergooi mijn eigen capaciteiten. En het erge is, dat ik me aan dat beeld inderdaad begin te spiegelen. In Egypte ben ik dan wel een blanke, maar ik behoor niet tot de expat-gemeenschap, wiens kinderen naar prive-scholen gaan en wiens dokterskosten worden gedekt.
Maar toch wil ik daar blijven en mijn kinderen een toekomst bieden die rijk is op een andere manier. De rijkdom van de diversiteit, onvoorspelbaarheid en ja, zelfs onzekerheid. We LEVEN daar. We beleven er de realiteit van de overgrote meerderheid van de wereldbevolking. We zijn slechts de periferie van fort Europa, maar we voelen onze kracht groeien. We bouwen mee aan de stormrammen om de imperialistische structuur neer te halen. Om het Europese superioriteitsdenken onderuit te halen. Is dit irrationeel? Oh nee, dit is heel potentieel!
Hoe veel ik ook van mijn Belgische roots hou, ik voel me geen deel meer van deze maatschappij. Ik voel me niet meer welkom. Heeft het ‘autochtone’ deel van de maatschappij ons een fijne ramadan gewenst? Nee, ze zetten extra politiemensen in om de veiligheid te bewaren.
Hmmm, hier of daar? Ik weet wel waar!


woensdag 27 juli 2011

The Egyptian revolution, an update

The Egyptian revolution: towards a real regime change?
The 25th of January 2011 is already known as the birthday of the Egyptian revolution that overthrew President Hosni Mubarak. Despite the fact that the revolution is ongoing, western media have shifted their attention to neighboring countries. Time for an update. How did it start? Have the demands been met? What are the challenges? Some personal views, in English this time – as to not exclude my English speaking friends from this blog.
We are all Khaled Saeed
Despite what most people think, it is not poverty that causes revolutions. The famous Russian revolutionary Leon Trotsky once remarked that if it was poverty, the world would face revolutions continuously, since most people in the world are poor. So what does trigger a revolution? Of course every revolution is different from another one, but most revolutions do have something in common. An innocent death that is linked to state violence and that becomes a symbol of the state’s failure to protect its citizens has been the most common catalyst of creating revolutions throughout history. In the case of Egypt this innocent death was symbolized by Khaled Saeed, a middle class young man from the city of Alexandria who was beaten to death on the street by Egyptian police forces in June 2010. Photos of his disfigured body were highly spread and as a reaction, a Facebook group called ‘we are all Khaled Saeed’ was created, quickly attracting thousands of hundreds members, with the middle class realizing they were no longer safe from state brutality. The internet geared, an apolitical middle class finally joined the subtle struggle against the state that was started years ago, in 2005, by political activists with the Kefaya movement, and that was slowly and strenuously gaining momentum. One important actor of this struggle was the workers’ movement which engaged in a real struggle with the state since 2008, constantly pressuring through strikes, sit-ins and legal actions. Young people started mobilizing in support of these workers, sometimes in well organized ways… and so came to being the 6th of April movement, that was one of the callers for the 25th of January demonstrations. Also the return of  Mohamed el Baradei, former head of the International Atomic Energy Agency and Nobel Peace Prize winner of 2005, to Egypt last year and the launch of a massive campaign for change in his name was an important factor of mobilization among the Egyptian middle class.
Back to innocent deaths, it is probable that the violent death of the Tunesian vegetable seller Mohamed Bouazizi and the subsequent success of the Tunisian revolution of January 2011has highly contributed to an emboldened spirit and a sense of opportunity for many Egyptians who wouldn’t have previously considered to participate in such action.
The revolution’s high days
When Egyptian activists from various groups called for a mass demonstration against police brutality on the National Celebration Day of Egyptian Police Forces on January 25th, only few people had expected that that day would be the start of a true Egyptian revolution. In the early hours of the demonstration only a few hundred of people showed up. Egypt has a very repressive and violent history of dealing with demonstrators. Many people were too afraid to join. But the demonstrators strategy of starting in poor areas and walking through residential neighborhood, chanting the slogans “Bread, Freedom, and Social Justice” succeeded in attracting more and more people, until thousands of people were marching the streets of Cairo and other big cities in the whole of Egypt. While the day ended in police violence, the numbers that showed up clearly indicated it was time to seize the momentum and call for extra action. So the call was made for massive demonstrations on Friday the 28th, which became known as the “Friday of Anger”.  It was a day of extreme police violence and which caused more than 300 deaths and thousands of injuries. Yet at the end of the day, the people had “conquered” police forces, which withdrew from all public places. The army took control of the streets, while the demonstrators victoriously started their first Tahrir sit-in that would continue for 18 days. Throughout the 18 days, President Hosni Mubarak made 3 TV appearances in which he refused to resign and instead tried to ease the demonstrators by some minor regime changes and by stating that he neither his son would join in the next presidential elections that were planned for September 2011. This only increased the anger of the masses in the streets, who felt that they were not taken seriously in their demands. By early February millions were marching all over the country to demand the resignation of Hosni Mubarak and to demand free and democratic elections among others. By the actual overthrow of the president on February 11th, more than 900 citizens had lost their lives, despite the fact that the protesters themselves had been mostly non-violent in their actions.
Original demands
What were the demands of the Egyptian demonstrators? The anger that lead to the revolution was of course not only driven by calling an end to police brutality, but also by social exclusion, growing unemployment, rising prices and anger at the corruption that was widely spread among the political elite. Making an end to 30 years of authoritarian ruling by the regime of Hosni Mubarak was of course the first and foremost demand. People also voiced their desire for free and democratic elections and a new constitution to limit the powers of the president. Another demand was the end of the emergency law that was imposed upon Egyptian society after the killing of former president Sadat in 1981. This emergency law had paralyzed political and societal life for decades. Thousands of people who had dared to criticize the regime had been arrested and imprisoned without having faced fair trials. Political opposition parties were banned and there was no freedom of speech. The latter, freedom of speech, is another demand of the protesters. Linked to this, they also demanded free and independent labor unions, as a tool to protect the rights of workers. In a country with a huge unemployment rate, the wages of the average people were easily kept extremely low and were even insufficient to survive on. Another major demand of the revolutionaries was an increase of the minimum wage. The last major demand was justice, meaning that those responsible for corruption and for the killing of citizens should be brought to trial. This includes members of the presidential family, big business men and top politicians.
Demands met?
The central square of Cairo, the so called Midan Tahrir or Liberation Square, became the epicenter of the revolution, daily uniting hundreds of thousands of people from diverse backgrounds, gathered around the same list of demands. The square marked the beginning of Local Community Councils and other unions, that started discussing politics and a societal restructuring. It was amazing how so many and so diverse people were able to work on the same list of demands, within a framework of dialogue, peace and respect. To many activists the ‘Tahrir experience’ or the “Tahrir Utopia” proved that there was hope for Egypt and that Egypt could become a democracy at last. Even now, in the heat of the summer, Tahrir still proves to be a major instrument for change. Thousands of activists are still occupying the square in order to have their ongoing demands heard. After all, only few demands have been met so far, reflecting a lack of political will towards real change. What follows is an update of the demands that have been met so far or have not been met yet:
-       The overthrow of Hosni Mubarak, but not of the ‘regime Mubarak’, since many members of the old regime are still in place. At the moment the State Council of Armed Forces (SCAF) is governing the country, headed by general Tantawi, who was a close ally of Mubarak.
-       The overthrow of the State Security forces, but none of those responsible for the security apparatus abuses and/or the killing of peaceful demonstrators have been brought to trial yet. Police officers being charged with crimes are still in duty. Moreover, recent events are showing that state security is being managed with the exact same brutal, sinuous and destructive logic as before.
-       The promise of free democratic elections, but there is no consensus yet about the procedures for political parties to participate or on how to monitor these elections.
-       The old constitution will be changed. A referendum on constitutional amendments put this mission in the hands of a council of 100 people to be chosen by the new parliament. However, many details remain unclear, which raises the fear of having a non-representative body writing the constitution. Lately, as a result of national dialogue, the SCAF has accepted to recognize a document stating “pre-constitutional principles”, a sort of social contract that is to be respected by whoever will be in charge of the writing.
-       The promise was made to bring an end to the emergency law, but until now thousands of people have been arrested and trialed before military courts and the SCAF imposed a new law, outlawing demonstrations and protests that ‘endanger national unity’. The protesters demand the annulment of this law.
-       Heads of former state media have resigned and media try to present more diverse views now. However, there is no real freedom of expression yet. Journalists and bloggers who are being too critical towards SCAF face the risks of being trialed before military courts.
-       Labor unions are organizing free elections and are playing a major role in the ongoing process of the revolution.
-       The minimum wage has increased from 350 to 730 Egyptian pounds, but does not meet the increased food and commodity prices yet, estimated at 1200 EGP.
-       The trials of the Mubarak family, former Minister of interior El Adly and police in charge of the killings of demonstrators keep on being postponed. While some of the regime’s allies – mainly businessmen- are being tried for corruption and abuse of public goods, Mr. Mubarak remains in hospital and there is no news of Mrs. Mubarak. Their sons are supposedly in prison, but no news about their trials has been released yet. The only police officer that was convicted of murder escaped from prison. However, due to Tahrir pressure, the SCAF accepted to have the trials of the actors of the old regime publicly held, aired on radio and TV.
-       The protesters demand the sacking of some prominent figures in the judiciary, who are accused by the revolutionaries of deliberately bungling the prosecution on Mubarak regime figures and the family Mubarak itself.
Major challenges
As the above list shows, the revolution still faces major challenges. Many players are engaged and many of them do not share the same agenda’s. The major challenges come both from internal and external fronts, as will be explained below.
Internally, different groups are fighting over power. The SCAF wants to protect the army’s privileges and its allies who have been accused of corruption by the revolutionaries. The army is huge and forms the epicenter of power within Egypt as a country. Although some low ranking officers have publicly claimed to support the revolutionary demands, the high ranking officers want to protect their power. The role played by the army during the revolution days remains ambiguous. Although most will agree that the army did play a major role in the overthrow of the president, by refusing to crush the demonstrators, one can still not describe it as siding with the revolutionaries. It did not interfere when protesters were being slaughtered by police forces and thugs, neither did it try to protect the Mubarak clan. It just chose the way that would safeguard its own assets. Later on, after the overthrow of Mubarak, the army interfered violently to disperse the second sit-in at Tahrir. Highly financed by the US, the most stringent question now is whether SCAF will allow a new system that enshrines power in the hands of civilians. Another group that wants to keep its power are those related to the former Mubarak regime. They are still dominating the country at all levels, though the pressure of the revolutionaries to dismiss them is becoming stronger and bit by bit their demands are being met. A group that hopes to be able to gain influence is the Muslim Brotherhood. The group is especially popular among the lower middle class, because it offers good and free health care and other social services. The Muslim Brotherhood is very well organized and can easily mobilize its members, giving it a lot of power. Despite the fact that the Muslim Brotherhood was outlawed during the Mubarak regime and could not form a political party, many of its members represented the group’s ideology as independent members of parliament. The Muslim Brotherhood was quite comfortable in this position, which was the main reason why it did not support the revolution in the beginning. According to many activists SCAF and Muslim Brotherhood are now working together behind the scenes to divide power among themselves. This however cannot be confirmed. Although the west easily expresses its fear for the Muslim Brotherhood, it is not likely that the Muslim Brotherhood would endanger any current agreement with the west. Amidst the chaos some small extreme groups are being formed, mainly based on dogmatic religious interpretations. They tend to fight each other over ‘The Truth’ and do not – so far – represent a meaningful part of the Egyptian population. During the revolution sectarian violence has increased in some parts of the country, though the revolutionaries always try to counterbalance this by publicly overcoming divisions and by stressing on one united Egyptian identity. The secular groups are at the origin of the Egyptian revolution, many of them already active for decades as critics of the neoliberal and corrupted regime of Mubarak. They now face the challenge to form political parties and to write political programmes in a very short time, which causes a lot of pressure on and disputes among its members. Both SCAF and Muslim Brotherhood tend to portrait the secular groups as agents of the west, despite the fact that most of them are very critical towards the imperialistic world order. The silent majority is another important actor. They may not be the active players, yet all other actors are trying to pull them on their side: whether the revolutionaries in Tahrir speaking in the people’s name, the Military Council using the card of the final guardian of Egyptian security and unity, the Muslim Brotherhood and other Islamist movements speaking from the ground of Egyptian’s natural religiosity, and even the old regime players which keeps spreading the fear of economic crisis and the urgency of regaining stability. One wonders if the “silent majority” is really a majority at all, given that it is divided between all those tendencies.
Externally and as already mentioned above, the US has a great influence over Egypt in the form of military subsidies and development aid. As is generally known, the US is the protector of Israel. Despite the peace agreement between Egypt and Israel, the anger over the colonization of Arab land and the continuous killing of Palestinian civilians remains high among the Egyptian people. While the Mubarak regime was selling off the Egyptian resources to Israel – in the form of gas export under the international market price among others – and hermetically closed the Egyptian border to Gaza, the Egyptian people supported the Palestinian struggle for independence. Many Egyptians were angry at the west for supporting the Mubarak regime and for neglecting the human rights violence by the regime committed against them and their Palestinian brothers and sisters. They doubted and still doubt whether the west really want democracy in Egypt. Apart from ‘the west’ and Israel, some other players also tend to be afraid of democracy in Egypt. Many other Arab countries are authoritarian and lack democracy. Since Egypt could trigger – and already does trigger – popular protests within these countries against their own regimes, their rulers are not welcoming the Egyptian revolution. Some rich Gulf States try to ‘buy’ the revolutionaries, by promising huge financial aid if Egypt pardons its former president. Until now the revolutionaries have not yet accepted any foreign aid, neither from the Gulf nor from IMF or Word Bank.
Evolution of the revolution
What has become of the Egyptian revolution after the world switched its attention away from Tahrir Square? The revolutionaries are determined to keep up the momentum as new parties play the power game and the old guard tries to preserve its influence. There are ongoing protests at Tahrir over the slow pace of reform and Tahrir houses fierce debates over the future of Egypt. Every night documentaries are shown and people are encouraged to voice their views. But also in the rest of Cairo and in the rest of Egypt the revolution is still alive. All over the country people engage in discussions about the role of the military in politics, about the economic model that can safe Egypt from poverty and about the best strategies to achieve justice, security and stability. Although some critics claim that what is happening in Egypt cannot be called a revolution (yet), because no real regime changes have occurred (yet), I believe that the Egyptian revolution is very revolutionary indeed. It is true that the old regime is trying to hold on to its power, but it seems the people won’t let that happen. The most revolutionary goal that has been reached so far is that people are claiming their rights again, after decades of repression. Even if you can’t call it a political revolution yet, what has happened and is still happening in Egypt, can definitely be called a revolution in the people’s mind, hopes and actions. Will the revolution lead to its major demand, towards real regime change? I do not know how long it will take, but I believe it will.

dinsdag 12 juli 2011

Een heeeeeeete zomer!

Hallo Belgie? Misschien wat minder navelstaren, want daarbuiten gebeuren revolutionaire dingen! Misschien heb ik het gemist, maar heeft de populaire media in Vlaanderen iets bericht over de laatste gebeurtenissen in Egypte? Egypte is bezig de wereldkaart te hertekenen! Het is een hete zomer in Umm al Dunya - de Moeder van de Wereld. Goed, even een update:
De SCAF, de Militaire Raad die momenteel Egypte bestuurt, verliest steeds meer aan populariteit onder het volk, en zeker onder de activisten. De SCAF wordt ervan beschuldigd de revolutie te verlammen en verandering tegen te gaan. Inderdaad, een half jaar na de hoogdagen van de revolutie is er nog geen gerechtigheid geschied. Om de gemoederen een beetje te bedaren, herdacht de SCAF vorige week dinsdag de martelaren van tien families. Wat met de andere 900 families? Enkelen daarvan kwamen naar de plaats van het evenement in Agouza om hun ongenoegen te uiten en werden hardhandig verwijderd. Daarop trokken ze naar Tahrir, waar de politie hen molesteerde. Honderden activisten vervoegden de families en beslisten Tahrir opnieuw te bezetten.
Op ongeveer hetzelfde moment werden in de stad Suez de politieagenten die ervan waren beschuldigd protesters te hebben vermoord, vrijgesproken. De inwoners van Suez kwamen massaal op straat om hun woede te ventileren.
De betoging van vrijdag 8 juli onder de naam ‘herleving van de revolutie’ was al lang aangekondigd. Door de twee bovenstaande gebeurtenissen trok de betoging heel veel volk. Honderdduizenden mensen – er wordt gesproken van 800.000 – kwamen samen op de pleinen van de grote steden in Egypte. Hun belangsrijkste eisen waren:
-          Een snelle en transparante berechtiging van de verantwoordelijken van de doden tijdens de revolutie en van de corrupte leiders van het Mubarak-regime
-          Het ontslag van alle ministers uit het oude regime
-          Een einde aan de berechtiging van burgers voor militaire tribunalen (er zouden zo al duizenden burgers veroordeeld zijn de voorbije maanden, vaak omwille van hun deelname aan vakbondsacties en betogingen of omwille van hun kritiek op de SCAF)
-          Het effectief optrekken van het minimumloon tot 730 EG (in plaats van 350), dat is ongeveer 90 euro
Bijna alle politieke partijen en middenveldorganisaties gaven hun steun aan de demonstraties, zij het de Moslimbroeders niet met volle overtuiging. Zij riepen hun leden op om om 17 uur al naar huis te gaan. Tijdens de vorige grote betoging in mei hadden de Moslimbroeders opgeroepen voor een boycot, en dat was hen niet in dank afgenomen door de arbeidersklasse. Het was dus duidelijk dat hun deelname nu het resultaat was van oppurtuniteitsdenken, en niet vanuit een revolutionaire visie. Met hun halve deelname hebben ze opnieuw aan credibiliteit verloren, zowel bij de eigen jongeren als bij het brede publiek. Mensen maken nu grapjes over de geloofwaardigheid van de Moslimbroeders, in de vorm van een parodie op de welgekende revolutionaire spreuk: “Thawra hetta al nasr. Thawra hetta al 3asr.” (Revolutie tot de overwinning. Revolutie tot het namiddaggebed.)
De Eerste Minister Essam el Sharaf gaf diezelfde vrijdag nog een speech, die omwille van zijn vaagheid resulteerde in nog meer woede bij de betogers. Eigenlijk zei hij gewoon dat de eisen van de betogers zullen worden bekeken. Geen wonder dat er over het hele land werd opgeroepen tot meer sit-inns! Als een daad van burgerlijke ongehoorzaamheid werd Tahrir bezet, alsook het administratieve hart van Egypte, het Mugamma gebouw op Tahrir. Activisten zagen dit als een nieuwe vreedzame tactiek om gehoord te worden. In Suez dreigden de betogers er zelfs mee het Suezkanaal af te sluiten.
Vandaag kwam er een officiele reactie op deze gebeurtenissen door generaal Fengary van de SCAF. Met een dreigende wijsvinger spoorde hij “eerlijke” burgers aan om de oproerkraaiers te verjagen. In een echte Mubarak stijl criminaliseerde hij de betogers: “Elkeen die de nationale eenheid in het gedrang brengt, is een gevaar voor de staat en zal worden aangepakt.” Uiteraard heeft dit alleen maar olie op het vuur gegooid en staat Tahrir ondertussen in lichterlaaie – figuurlijk voorlopig.
De revolutie is heter dan ooit! Het is nu of nooit. Het is geschiedschrijving of mythe. Het is het hertekenen van de internationale kaarten of het is een escalering van het imperialistische terrorisme.
En ondertussen in Vlaanderen ... zucht, pathetisch! Een koude zomer. Mijn blik en mijn hoop zijn in elk geval in het vurige hart van de strijd, in Egypte!

zaterdag 2 juli 2011

Vervreemd

Al twee weken in Belgie. En helemaal vervreemd van de revolutie. Dagelijks vragen mensen me hoe het in Egypte gaat. “Goed, fantastisch, ik ben heel optimistisch”, antwoord ik dan, in een poging zo snel mogelijk van gespreksonderwerp te veranderen. Uitgeput voel ik me, als ik voor de zoveelste keer een analyse geef van de voorbije maanden. “Lees Al Jazeera, lees mijn blog”, denk ik dan moedeloos. Maar eigenlijk ben ik ook heel blij dat Egypte nog niet vergeten is. Misschien al wel enigszins door de westerse media, want Egypte is momenteel niet zo sensationeel. Hoewel, die duizend gewonden op Tahrir in het begin van deze week hadden best wel wat media aandacht mogen krijgen. De voortdurende strijd voor rechtvaardigheid en democratie van een grotendeels gelovige massa zou ook wel wat meer belicht mogen worden. Of past dat beeld misschien niet goed in ‘onze’ projecties over de Ander, en meer bepaald de ‘islamitische’ Ander?
Telkens wanneer ik na enkele maanden terug naar Vlaanderen reis, valt me de islamofobie des te meer op. Een journaliste vroeg me onlangs of ik mezelf wel een praktiserend moslima durf te noemen, aangezien ik toch auto rijd. Islamofobie en onwetendheid gaan hand in hand. Maar waaraan is die onwetendheid te weten? Niet aan een gebrek aan bronnen, want we worden overspoeld door informatie. Wel aan een blindstaren op het eigen Heilige Gelijk. Men wil gewoon niet erkennen dat er verschillende gelijkwaardige percepties zijn op de realiteit en dat het westen geen auteursrechten heeft op HET ‘beschavingsmodel’. Daarom blijf ik vechten om gehoord te worden en om Andere stemmen een plaats te geven in dit monomediatische landschap. Heel af en toe mag ik een bijdrage leveren over ‘de toestand’ in Egypte. De toestand, alsof het over een ziekte gaat. Het woord ‘revolutie’ wordt niet gemakkelijk gebruikt in de populaire westerse media. Dan probeer ik de inzichten van de revolutionaire jongeren te delen.
Enkele dagen geleden vroeg een vriendin me of ook ik niet een erg eenzijdige kijk had op ‘de toestand’ in Egypte. Immers, mijn bijdragen getuigen van een sympathie voor de jonge activisten. Ja, ik geef toe dat ik aan hun kant sta, maar zij vertegenwoordigen dan ook een groot deel van het Egyptische volk. Het is misschien niet leuk om te horen hier in het westen, maar het merendeel van de Egyptenaren wil echt democratie – alleen de invulling daarvan is onderwerp van discussie. Wat mag de rol van de president zijn? Hoe seculier moet die democratie zijn? Wat moet de rol van het leger zijn? In hoeverre mag buitenlandse financiele hulp aanvaard worden? Alleen al het feit dat die vragen gesteld worden en dat er een brede maatschappelijke dialoog over bestaat, is revolutionair. De modale Egyptenaar is heel bewust bezig met dit democratiseringsproces en wil vechten voor de eenheid van zijn/haar land en regio. Het apathisme dat momenteel troef is in Vlaanderen, werkt heel ontnuchterend en verlammend voor mij! Wat voel ik me vervreemd van het Vlaamse landschap.

dinsdag 14 juni 2011

Verwaande onrust

Een revolutie doet een mens iets. Ik ben de laatste maanden zo ondergedompeld in de verhalen over Tahrir, heb zelf zo veel uren op het plein doorgebracht en leef zo erg in een revolutionaire sfeer, dat ik bijna geloof dat ik er zelf bij was tijdens de hoogdagen in januari en februari. Maar dat was ik niet. Ik was ver weg, in het veilige Belgie. Binnen enkele dagen vertrek ik weer naar daar. Een vertrek is altijd een moment van melancholie. Voor het eerst kijk ik terug op de voorbije weken en maanden. Voor het eerst ontwaak ik uit een roes. Voor het eerst ontwaar ik iets van verwarring en onrust. In de stroom van de revolutie, omringd door vrienden die dag en nacht actief zijn en de toekomst van dit land mee bepalen, voelde ik me vooral heel erg zeker. Ik begreep de negatieve berichtgeving in het westen niet. Ik begreep de angst van vele mensen niet. “Al balad bayeza.” Het land is kapot.
Nee, het land is niet kapot. Het land heeft eindelijk weer een toekomst. “Maar welke toekomst?”, bedenk ik me nu. Daaraan wordt in een ijltempo  gewerkt. Door heel  verschillende stromingen, groepen en individuen. Ik moet eerlijk toegeven dat mijn vriendenkring wel heel erg homogeen is. Op enkele oppervlakkige verschillen na, kan ik mijn vrienden definieren als seculier, socialistisch, progressief en a-dogmatisch. Het is zalig om me onder te dompelen in een groep van gelijkgezinden in een periode die zo hektisch en onzeker is als deze. Maar nu, klaar voor vertrek, merk ik dat het ook enigszins verblindend kan werken. Want al bij al weerspiegelen zij slechts een deel van het volk. Er spelen ook conservatieve krachten. En sektarische. En kapitalistische. En uiteraard imperialistische.
Ben ik er nog altijd van overtuigd dat Egypte de weg naar een democratie is ingeslagen?  Hoeveel obstakels staan er ons nog te wachten? En hebben wij – uhum, hebben de activisten – nog wel de energie om te strijden? Het is hoopvol dat verschillende revolutionaire groepen samen willen opkomen tijdens de verkiezingen. Maar de contra-revolutionairen lijken hun krachten ook gebundeld te hebben. De race naar de verkiezingen is ingezet. En zoals overal ter wereld, is ook in deze prille democratie geld belangrijk. En zoals overal te wereld, missen de progressieve groepen geld. De conservatieve groepen daarentegen worden rijkelijk gesponsord door de Golf – en hun bondgenoten in Israel en Amerika. Want laat ons eerlijk zijn, wie is er meer bedreigend voor de zionistische wereldorde? Een bende prevelende salafi die kibbelt over de lengte van sluiers en broeken, of een bende anti-imperialistische activisten die echte democratie eist en een eind aan het imperialisme?
Het antwoord is duidelijk. En net hier onstaat mijn verwarring. Hoever zullen de contra’s gaan om deze prille democratie te verstikken? Ze zijn al volop bezig. Het feit alleen al dat Mubarak nog altijd in Sharm el Sheihk zit, is op zich al heel verontrustend. Verschillende blaaskaken uit de Golf hebben het Egyptische volk al op hun islamitische moraal aangesproken om Mubarak te vergeven. Het feit dat de verantwoordelijken voor het sektarische conflict in Embaba nog altijd niet veroordeeld zijn, maar dat duizenden journalisten en vakbondsmensen al wel voor militaire rechtbanken tot gevangenisstraffen veroordeeld werden omwille van hun zogezegde ‘gevaar voor de nationale eenheid’, is nog angstaanjagender.
Ja, ik voel me verward en onzeker. Door me te onttrekken aan mijn revolutionaire roes, ontwaar ik een onrust. Ik wil hieraan echter niet toegeven. Ik wil geen negatieve energie uitstralen. Ik wil opbouwend zijn, net zoals mijn vrienden, wiens hele leven momenteel om de revolutie draait. Wiens hele Zijn nu de revolutie is. Uiteraard zien ook zij de gevaren van de contra’s. Dat bewustzijn is wellicht de reden van hun strijd. Maar zij hebben de luxe niet om daar te lang bij stil te staan. De obstakels werden genoteerd, geanalyseerd en worden bestreden. Ze zullen de gevaren overwinnen! Ikzelf schaam me omwille van de negatieve gevoelens die bij me opborrelen. Die gevoelens zijn alleen kunnen ontstaan omdat ik mij terugtrek, omdat ik naar het verre Belgie ga. Eigenlijk is dit verwaande onrust. De onrust van een ‘want to be’ revolutionair die het gewoon afbolt ergens middenin de strijd. De onrust die de imperialistische media creeren en zo op self fulfilling prophecy hopen.
Het spijt me, waarde revolutionairen. “Al balad mish bayeza. Al balad helwa!” Het land is niet kapot. Het land is zoet!

woensdag 8 juni 2011

Miljoenen!

‘Een miljoen’ is een geladen begrip geworden in Egypte. Na de miljoenen Egyptenaren die op straat kwamen net voor de val van Mubarak werd er geregeld opgeroepen voor nieuwe miljoenenbetogingen. De ‘miljoenenmars van de vrouwen’ op de Internationale Vrouwendag bijvoorbeeld, waaraan uiteindelijk slechts enkele honderden demonstranten deelnamen. De miljoenenbetoging voor een tweede revolutie op 27 mei was er ook zo een. Die dag kwamen er toch nog enkele honderdduizenden activisten op straat. En ook eergisteren was er opgeroepen voor een miljoenenmars ter nagedachtenis van Khaled Saeed, de jongeman die een jaar geleden zonder reden werd doodgemarteld door de politie in Alexandrie en die het symbool werd van de slachtoffers van het dictatoriale en corrupte Mubarak regime. De groep ‘Wij zijn allemaal Khaled Saeed’ was een van de initiatiefnemers van de ‘miljoenen’betoging op 25 januari, de nationale feestdag van de Egyptische politiemacht en het begin van de Egyptische revolutie. Eergisteren kwamen enkele duizenden sympathisanten op straat, zowel in Cairo als in Alexandrie, en eisten een veroordeling van de moordenaars van Khaled Saeed en een snelle berechtiging van alle verantwoordelijken van de bijna duizend doden die tijdens de revolutie vielen.
‘Een miljoen voor de sharia’. Dat is de oproep van enkele salafi organisaties voor een miljoenenmars voor de invoering van de sharia in Egypte. Ik denk niet dat ze meer dan duizend mensen op de been zullen krijgen. Ook de Moslimbroeders willen miljoenen aanhangers mobiliseren om het tweede grondwetartikel te vrijwaren, namelijk het artikel dat Egypte haar islamitische karakter garandeert. De seculieren daarentegen willen nu met miljoenen op straat komen om een nieuwe grondwet te eisen voor de parlementaire verkiezingen. Die grondwet zou moeten geschreven worden door een verkozen groep van burgers uit de verschillende maatschappelijke takken, en dus niet door het nieuwe parlement dat in september moet verkozen worden. Deze seculiere activisten vrezen immers dat het parlement zal gedomineerd worden door de Moslimbroeders, die een nieuwe grondwet op eigen maat zouden schrijven.
Vandaag is er weer opgeroepen voor een nieuwe miljoenenmars in heel Egypte om te betogen tegen een nieuwe wet tegen betogingen en stakingen. Die nieuwe wet, die al een maand geleden werd goedgekeurd maar pas vandaag in werking treedt, stelt dat betogers of stakers die anderen het werk beletten of daartoe oproepen, kunnen worden gearresteerd, beboet en gedetineerd. De boetes kunnen oplopen tot 60.000 euro. Pure waanzin voor arbeiders die maandelijks 80 euro verdienen. Volgens het Militaire Committee dat momenteel aan de macht is in Egypte, is deze wet er gekomen om de stabiliteit en de ontwikkeling van het land te garanderen. Wel ja, de ontwikkeling en stabiliteit garanderen door het volk te muilkorven. Dat klinkt heel vertrouwd in de oren ...
Is dit nu een reden om te gaan doemdenken? Nee, zeker niet! Het volk zal zich niet opnieuw laten gijzelen! Wel is het zo dat het volk steeds meer honger krijgt. De economie draait traag, te traag. Miljoenen mensen zijn werkloos. En helaas gaat het hier echt om miljoenen. Egypte heeft een economische stimulans nodig. Nee, zeker niet in de vorm van zogenaamde financiele hulp door IMF, Wereldbank, VS, de Golf of andere schurkenstaten. Maar in de vorm van toerisme. Met 20 miljoen toeristen per jaar is toerisme altijd een van de belangrijkste economische aders geweest van Egypte. Helaas is het toerisme dit voorjaar afgenomen met 80 procent, in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. Mij lijkt het nu het ideale moment om naar Egypte te reizen. Enorme kortingen, geen koppenlopen op de stranden en aan de piramides en bovenal: een zwoele revolutionaire wind! Met deze dus een warme oproep aan jullie allen, aan jullie familie en FB vrienden: een miljoenenmars naar Egypte. We ontvangen jullie met open armen!

dinsdag 31 mei 2011

Optimisme!

Heb ik al gezegd dat ik optimistisch ben over de toekomst van Egypte? Voor alle duidelijkheid: ik ben heel optimistisch! Mijn perceptie is geen idealistisch zweven, maar gebaseerd op de plaatselijke werkelijkheid/-heden. Elke week worden er stappen vooruit gezet. Soms een stap achteruit, zoals met de sektarische conflicten, maar die worden dan weer gecounterd door prachtige initiatieven voor nationale eenheid en gelijkheid. De revolutie leeft! Vorige vrijdag was daarvan een bewijs. Tahrir ademde de oorspronkelijke eisen van deze revolutie: rechtvaardigheid, gelijkheid en democratie. Vrijdag was de dag van de ‘ECHTE’ revolutionairen, van de activisten die erbij waren op 25 januari. Geen wonder dus dat de leiding van de Moslimbroeders opriep om 27 mei te boycotten. Meer nog, op hun website stond te lezen dat al wie vrijdag naar Tahrir ging, landsverraders waren. Een staaltje hypocrisie. En alweer een teken dat het Moslimbroederschap niet zo sterk is als vermoed. De jongere garde ging lekker wel naar Tahrir. De publieke opinie – wat dat ook is – reageerde met opgetrokken schouders: “Dat is de politiek van de moslimbroeders, die draait met de wind. De ene keer voor de revolutie, de andere keer tegen.”
Heb ik al gezegd dat ik de revolutionairen bewonder? Voor alle duidelijkheid: met mijn hand op mijn hart buig ik neder voor de martelaars en activisten van deze revolutie. Zij zijn de zuurstof van dit democratiseringsproces. Zij zijn de bakens die ervoor zorgen dat deze revolutie niet wordt gegijzeld. Deze revolutie gaat gestaag vooruit. Wat een buitengewone inspanningen worden er geleverd door de activisten! Ik zie mijn vrienden niet meer. Alleen op Tahrir, achter een microfoon of een stapel pamfletten. De rest van de week bestaat hun leven uit politieke analyses, discussiegroepen in burgercommittees, het schrijven van nieuwe partijprogramma’s, het organiseren van vakbondsverkiezingen en –acties.
Heb ik al gezegd dat Egypte een enorme positieve energie uitstraalt? Voor alle duidelijkheid: dit is de energie van een democratie in wording! Dit is geen hocuspocus gevoel, maar een zinderend zijn van hoop. We gaan door enorm zware tijden. Veel Egyptenaren hebben de luxe niet om naar Tahrir te komen, want ze moeten eten op tafel zien te krijgen voor hun hongerige kinderen. Maar toch hebben ze hoop. Eigenlijk hebben ze niets anders dan hoop. Misschien klinkt dit grof uit de mond/pen van een buitenlandse die deze woorden schrijft terwijl ze een glas vers sinaasappelsap drinkt, maar ik durf te stellen dat het feit dat ze opnieuw hoop hebben, een hele vooruitgang is. De heropleving van hoop is enorm revolutionair in Egypte! Die hoop wordt met argusogen gevolgd door de vijanden van de Arabische revolutie. Want hoop doet leven. Hoop doet strijden.
Heb ik al gezegd dat dit het begin is van het einde van het zionistische imperialisme? Voor alle duidelijkheid: dit is het begin van het einde van Israel, Saoudi-Arabie en de corrupte leiders van de hele Arabische wereld and beyond. Dit is een nieuwe golf van democratisering, van gelijke rechten. Er zullen nog zware en bloederige slagen geleverd worden, maar rechtvaardigheid zal en moet overwinnen! Het Arabische volk bevrijdt zich van de ketens van zijn eigen dictators en hielenlikkers van een wereldorde gebaseerd op uitbuiting en ongelijkheid. De geschiedenis als slingerbeweging. Subhan Allah, dat we getuige mogen zijn van dezelfde slingerbeweging uit de tijd van de profeet Mohamed, vrede zij met hem! Een tijd van strijd voor rechtvaardigheid, gelijkheid en democratie.