zondag 16 december 2012

De molen van het leven



Ik zou weer schrijven, opgaan in het moment, maar ik blijf het moment opschuiven, uitstellen, afstellen. Mijn letters en woorden zetten zich vast in mijn nek. Wat een pijn! “Schrijf!”, roept mijn kine. “Waarom doe je jezelf dit aan?” 

Waarom? Omdat mijn geest me ervan heeft overtuigd dat ik het niet waard ben. Dat schrijven verwaand is. Dat schrijven te veel ontbloot. Ik verstop me achter verantwoordelijkheden – zogenaamde verplichtingen. En die blijven zich opstapelen. Ik laat het toe dat ze me bedelven. Mijn geest wil dat ook.

Want mijn geest is bang van de leegte, de rust waarin alleen het Nu geldt. Alhamdulilah voor wat was, insha’Allah voor wat zal, de Heilige Stilte voor wat is. Een stilte waarin de geest opgaat in een holistiek van ziel en zijn. Eventjes, tot hij zich weer bewust wordt van deze staat van zelfrelativatie en wriemelt, wroet, roept en schreeuwt:
“Ik was en zal zijn!”

Ik – ben – niet – meer.

Mijn armen draaien, wieken rond. De storm van verplichtingen woedt. Mijn romp kraakt en maalt en kraakt en maalt, geen pauze, de adem oppervlakkig, geen tijd, die maalt, en mijn armen zwieren, steeds sneller, de wind giert, de pijn van de versnelling scheurt door merg en been, door wind en wiek. IEIEIEIEIEIE!

Mijn wieken doen pijn. Zo alleen. Doof voor de lijster in de beuk in mijn schaduw. Blind voor de parels van de dauw van het gloren. Smakeloos voor het goud van het koren, dat ik maal en maal en maal, met mijn krakende, brakende wieken. De nevels benauwen me. Het stof verstikt me. Maar er is geen tijd voor mij. Alleen de verplichtingen. Is dit het? Geen tijd voor vragen. Alleen de verantwoordelijkheden.

De molen van het leven.

Maar, ben ik de molen of de molenaar?

Ik heb het vermogen mijn wieken te controleren, te overstijgen. Ik ben niet mijn wieken. Ik ben niet dat draaien, noch dat malen. Ik heb de keuze te zijn. Dat zijn te vinden in de beweging, in de wind, in het koren, in de lijster, maar bovenal in de stilte in de molen van het leven.

Niet achter,
Niet voor,
Maar in.

En zo laat ik de wind waaien,
De wieken draaien
En mezelf zijn.

dinsdag 6 november 2012

Spiritual peeing


If I am happy, vroeg mijn echtgenoot me gisteren. Ik staarde hem aan. Zocht houvast aan de tafel. De voorbije maanden flitsten voorbij. De angsten van een dagdagelijkse overlevingsstrijd in Egypte, de onzekerheden die nieuwe keuzes inhouden, de uitputting van het moederschap tussen twee werelden, de jagende onrust over een passieve berusting in wat is. En dan, de schijnbare stabiliteit van ons nieuwe leven in Belgie, dat voor mij eerder een hervatting is van mijn oude leven, in mijn oude vriendschappelijke, familiale en professionele context, maar met heel nieuwe inzichten en ervaringen. Ervaringen die mij hebben getekend met een eerste rimpel en een eerste grijs haar, en die ik elke dag meer leer koesteren.

Mijn blik gleed naar die wazige figuur in het raam, verstopt in de nevels van het gezinsleven. Achter de half leeggegeten soepkommen, de kinderboeken, de opgevouwen was herkende ik die ogen die me in spiegelbeeld aanstaarden. Ja, ik besta nog! Ergens op de achtergrond, weggecijferd maar niet vergaan. Ik ben er, zelfs al is er momenteel bijzonder weinig ruimte om bij mezelf te zijn. Zelfs niet in mijn dromen, want ook mijn nachten behoren toe aan anderen. Die ‘alleen voor mij’ ruimte is er eigenlijk alleen tijdens het gebed, en tijdens ...

“Yes, I am happy, alhamdulilah, especially during my moment of spiritual peeing”, antwoordde ik mijn man. Hij lachtte en zei dat ik als een echte Arabier klonk, die het verschil niet kende tussen de letter B en P. “You mean spiritual being, of course.” Nee, dat bedoelde ik niet. “Spiritual peeing”, beklemtoonde ik opnieuw. Het was zijn beurt om te staren en houvast te zoeken aan de tafel.

Weet je wel, dat moment waarop je loslaat? Wanneer ik na een lange dag werken van de bus stap en met de fiets naar huis rij doorheen het bos, en daar, achter die ene Amerikaanse eik neerhurk. Wat een rust, wat een ontspanning! Lichamelijk natuurlijk, want het ledigen van een volle blaas is een heilzame deugd. Maar vooral ook mentaal. Vanuit hurkzit verandert je perspectief op je omgeving. Het eikenbos lijkt in vuur te staan, de roodgele bladeren vlammen op in de valavond. Het gelispel van de herfstwind, de eenwording met het veelvoudige.

Ik heb altijd gezocht naar het filosofisch onvatbare. Maar spiritualiteit is tastbaar, het is hier en nu, het is het leven in zijn echtheid: eten, lachen, baren, plassen. Ik voel het hemelse vanuit mijn aardse perspectief. Ik ben geschapen met de mogelijkheid om te plassen, dus door te plassen, en dat ten volle in het hier en nu te beleven, zonder te oordelen, open ik mezelf tot het spirituele. Begrijp je? “I can grasp the divine just by being my own created being, and in my current context it comes in the shape of peeing. Spiritual peeing.”

dinsdag 10 april 2012

rustige nachten

Het persoonlijke is politiek en politiek is het persoonlijke. Te persoonlijk. Mijn god, politiek ligt tussen mijn lakens, fluistert in mijn oren, penetreert mijn dromen! Ik kan het niet meer aan.
Neem nu mijn bevalling. Ik was uitgerekend voor 25 januari, de verjaardag van de Egyptische revolutie. Meteen dachten we aan namen aan Tahrir of Tahrira – het arme kind! Door de stress en de vermoeidheid van een uiterst hektisch en onstabiel leven in Egypte ben ik te vroeg bevallen, op 17 december, jawel, op de verjaardag van de Tunesische revolutie – en bij uitbreiding van de hele Arabische revolutie. Het was een jongen. Ik was alleen. Ik noemde hem Haroun, naar de broer van Mozes. Haroun, die de boodschap van Mozes vertaalde. Haroun, die kon spelen met woorden. In de hoop dat mijn Haroun de boodschap van deze revolutie zal kunnen vertolken in elke levensstap die hij zet.
Haroun was prematuur. Ik speelde menselijke couveuze, door hem mijn warmte te geven, mijn melk, druppel per druppel met een flesje, zijn keeltje masserend om te slikken. 24 uur op 24. De televisie om me wakker te houden. Maar opnieuw marcheerde de revolutie ons leven binnen en overschreeuwde onze intimiteit. Wanneer soldaten een gesluierde vrouw sloegen en ontkleedden, mengden mijn tranen zich met mijn melk. Mijn man geraakte het land niet uit. De vliegtuigmaatschappijen hadden hun vluchten geannuleerd. Haroun en ik alleen. Vechtend voor onze eigen revolutie: een van 10 gram per dag. Negen dagen duurde de onze. Toen greep mijn Haroun de borst en liet niet meer los! De Egyptische revolutie werd opnieuw onderdrukt in een nevel van bloed en geweld. Stilte heerste nadat activisten waren verdwenen of vermoord. Het leven ging verder nadat de doden waren geborgen onder maagdelijk witte lakens.
Ook ons leven ging verder. Op zijn twee maanden maakte Haroun zijn luchtdoop boven de Middellandse Zee, richting Cairo. De lucht woog zwaar en depressief, helemaal anders dan een jaar geleden. De hele stad leek zwanger van een intens rouwen. Kleuren en geuren ongepast. Zo ook mijn familie. Grauwe gelaatstrekken die slechts oplichtten toen ik Haroun in hun armen legde. Er is hoop! Mijn vrienden verstopten hun ontgoocheling achter cynisme, met Facebook als ultieme wapen om het politieke circus te bespotten. ‘Vrijdag Tahrirdag’ was voorbij. Vrijdag werd pannekoekendag.
Oh ja, er werd nog wel naar Tahrir gegaan, om te protesteren tegen het vonnis dat de maagdelijkheidstesten legitimiseerde, bijvoorbeeld. ‘Onze jongens’ mochten de benen van ‘de hoeren van Tahrir’ spreiden. Uiteraard. Want overal kunnen geheimen liggen. En de staatsveiligheid behoeft geen ethiek. Plots haatte ik dit land en zijn mannen. Mijn eigen man katapulteerde ik totaal onterecht tot symbool van de patriarchale militaire dictatuur. De hele SCAF in mijn bed. Hartkloppingen en woedeuitbarstingen van de stress. Totdat Haroun mij de boodschap van mannelijke onschuld vertaalde en ik me uitgeput in de armen van zijn vader wierp.
Maar na enkele vredevolle nachten wrong de revolutie zich opnieuw een weg tussen onze lakens. Suleiman, CIA man en folterexpert, is kandidaat voor de presidentsverkiezingen. ‘Suleiman’, hoor ik mijn man elke nacht zuchten. ‘Suleiman’, knarsen zijn tanden. ‘Suleiman!’ werpt het hele bed zich omver. ‘Ik wil rust!’, brul ik dan sloganesk. Ik wil rust in de nacht, in mijn dromen, in mijn hart. Ik wil rust, want ik kan niet meer. En net dat is wat de SCAF beoogt: dat de mensen bedelen om rust. En net dat is wat de SCAF hen valselijk belooft.
Vergeef mij, ya Umm al Dunia, ik heb je verraden. Ik heb gekozen voor rust. Ik verlaat je. Ik draai je mijn rug toe, ik trek naar het Noorden. In de schijnheilige utopie in Belgie rust te vinden.

zondag 25 maart 2012

amien

Ah, wat heeft het zand mijn ogen verdoft! La ta3ma al absar walakin ta3ma al qulub.
Ah, wat heeft het geschreeuw mijn oren verdoofd! La quwa ila biLlah.
Ah, wat heeft de pijn mijn hart verdorven! Istarhfirli ya adhiem.
Hoe eerlijk rook de bloesem van de sinaasappelgaarden een jaar geleden, de geur van grenzeloze hoop, van pure schoonheid, van paradijselijke dromen. El jenna!
Hoe ongepast lijken die witte parfums nu, indringers in een moeras van schurftige beesten, verkrachte wensen, ontzielde mensen. El jehannam!
Wat is er gebeurd, ya Umm al Dunia? Ze hebben je benen gespreid, je trots ontmaagd, je zijn gebroken. Ligt er in die diepste diepten nog een kiem die ontluiken kan? Ya rabb!
Een kiem die mogelijkheden baren kan, potentiele werkelijkheden, waarin zandkorrels mijn ogen goud schitteren, waarin bloesems mijn bloed zuiveren. Amien.


zaterdag 3 maart 2012

collectief verdriet

Ik adem
         Een collectief verdriet.
Ik lach
         Een ingehouden snik.
Ik dans
         Een verborgen traan,

Een parel van niet ingeloste verwachtingen,
Van uiteengereten dromen,
Van betekenisloze woorden.

En toch adem ik,
         Lach ik,
                  Dans ik

Want in dat verdriet
         Zit betekenis
En uit dat verdriet
         Ontspruit leven.

Dit verdriet is zo uniek,
         Ik, jij, wij,
Het is van ons!

Ons verdriet kunnen ze niet breken.
Het houdt ons recht.
Het verbindt ons.

In onze strijd voor
         Een helende adem
                  Een zuivere lach
                           Een bevrijdende dans.