zaterdag 26 november 2011

To vote or not to vote?

Na een emotioneel en lichamelijk uitputtende week op Tahrir, vonden mijn echtgenoot en zijn vrienden – allen seculiere activisten, om precies te zijn - het tijd om zich even terug te trekken en te reflecteren. Nergens een meer inspirerende plek dan aan de voeten van de ‘oude’ piramides van Saqara.
De hele groep is al jaren actief in ‘peace building’ in Egypte. Ze stimuleren kennis over en dialoog tussen de verschillende groepen van de Egyptische maatschappij, in de vorm van informatiesessies en workshops. Om eerlijk te zijn, keek ik in het begin een beetje neer op hun ‘missie’. Het klonk me naief en belerend in de ogen. Ja, zelfs wat superieur. Je kan immers de onevenwichtige machtsverhouding tussen de verschillende klassen niet ontkennen. Maar toch, na geregeld sessies te hebben bijgewoond, ervaarde ik zelf hoe wij (de middenklasse) veel leerden van de Ander (veelal de armere klasse) en dat daardoor die Ander zich aangespoord voelde om meer bij te dragen. Vaak resulteerden die sessies in een echte samenwerking tussen de verschillende groepen, en aldus in meer begrip en solidariteit en in een waar diversiteitsdenken.
Dat diversiteitsdenken was kenmerkend voor zowel de januarirevolutie als die van nu. Ongeacht hun sociale, religieuze, etnische, ideologische of professionele afkomst kwamen mensen hand in hand samen op Tahrir en de andere pleinen in heel Egypte. Verschillen telden niet, alleen een gemeenschappelijke visie: vrijheid. Mensen offerden zich voor elkaar op, letterlijk. Tijdens de meest bloedige dagen op Tahrir ervaarden vele activisten tevens een soort van paradijselijk, universeel Zijn. En net daardoor groeide hun geloof in en hoop op een vrij Egypte.
Het was een emotioneel samenzijn, gisteren in Saqara. Nog moe en verward van de strijd, was het voor velen de eerste keer in een week om hun gevoelens en gedachten te delen – en te beginnen aan een verwerkingsproces. Een deelnemer, die ik nog niet kende, was tot enkele jaren geleden politieofficier geweest. Zijn perspectief betekende  een verrijking. Volgens hem zijn er vier rangen binnen het Egyptische politiekorps:
-          De apen, die getraind worden om in een uniform in het circus op te treden en vooral niet mogen nadenken; enkel orders mogen uitvoeren. De agenten krijgen geen enkele training. Ze worden alleen gebroken.
-          De ezels, die gebukt gaan onder een enorme last en moeten ondergaan. Ze worden getraind in koppigheid en hardheid.
-          De kamelen, naar wie van buitenaf wel wordt opgekeken, maar die tevens de lasten moeten dragen en ondertussen moeten slikken en herslikken. Ze worden getraind in het neerkijken op de lagere rangen en het plebs – de burgers, zeg maar.
-          De honden, die moeten blaffen en bijten, maar moeten gehoorzamen aan de Baas, namelijk aan de minister (voorheen de zwaar gehate man Al Adly, ironisch genoeg te vertalen als ‘de rechtvaardige’)
De man in kwestie was opgeklommen tot kameel, maar nam ontslag na zich zwaar verslikt te hebben. Van gewelddadige officier bekeerde hij zich tot vredesactivist.
Een dilemma waarmee de hele groep worstelde, was ‘to vote or not vote’. Tijdens het geweld van de laatste week hadden verschillende partijen hun campagnes stilgelegd uit protest tegen de SCAF. Maar wat nu, na de miljoenenbetoging van afgelopen vrijdag? Het eerste deel van de verkiezingen staat gepland voor maandag! Deelnemen aan de verkiezingen – zowel als politieke kandidaat als als stemgerechtigde – betekent een legitimisatie van de huidige situatie en dus van de SCAF en zijn nieuw aangewezen eerste minister, een bejaarde uit het Mubarak verleden. Deelnemen kan ook gezien worden als een verraad aan de martelaars die hun leven gaven aan de hoop op vrije en democratische verkiezingen. Hoe kunnen de verkiezingen vrij en democratisch zijn als ze worden gecontroleerd door datzelfde leger en ordediensten die tot en met de dag van vandaag burgers bedreigen, folteren en vermoorden?
Maar wat is het alternatief? Kwamen we niet allemaal op straat voor verkiezingen en een einde aan de dictatuur? Waarom zouden we dan nu deze historische kans laten voorbijgaan en de verkiezingen boycotten? De wonderen zijn de wereld niet uit, maar een opschorting van de verkiezingen en een einde aan het militaire beleid zie ik niet zo snel gebeuren. Dus hebben we eigenlijk wel een keuze? Indien we niet gaan stemmen, geven we de macht op een plaatje aan de imperialistische alliantie tussen de moslimbroeders en het leger. Indien vele mensen de verkiezingen zouden boycotten, zou het nieuwe parlement uiteraard weinig credibiliteit genieten, maar eigenlijk weten we niet wat de ‘stille’ massa gaat doen.
Stemmen of niet? De conclusie lijkt te zijn dat het een individuele keuze is. De activisten met wie ik gisteren samenzat, willen niemand in een bepaalde richting duwen. Indien ze een bepaalde kandidaat echt geloofwaardig vinden, zullen ze erop stemmen. Anders stemmen ze niet. Maar, zoals mijn echtgenoot me gisteren zei: “It feels that not voting is like not existing. And we do exist! More than ever!” Mijn uiterst persoonlijke conclusie: stemmen.

dinsdag 22 november 2011

Tahrir verliest ogen, maar geen visie

“Op de ogen mikken, ” schreeuwde een officier zijn agenten toe. Honderden demonstranten op Tahrir hebben de laatste dagen (een deel van) hun zicht verloren. De beelden van de jongeman Ahmed die in januari zijn ene oog verloor en nu zijn andere, gaan de wereld rond. Tot op dit moment (23 november, 4 uur ’s ochtends) worden de betogers aangevallen door een regen van rubberkogels en traangas. Ondertussen gaan de geruchten de ronde dat het traangas, uiteraard van Amerikaanse makelij, een soort vergif bevat dat zeer schadelijk is. Het veldhospitaal in Tahrir meldt inderdaad heel veel gevallen van verstikking, meer dan tijdens de traangaswolken van januari. Ook mijn man, die tot laat op Tahrir was, heeft last van een piepende ademhaling. Weinigen in Cairo slapen vannacht. De moedigsten staan op Tahrir, de anderen zijn gekluisterd aan TV en computer. Op Facebook en Twitter volg ik de activisten en deel hun hoop, angst en pijn. Zopas verscheen het alarmerende bericht dat de metrogangen onder Tahrir vol gas hangen en verschenen er foto’s van mensen die brakend op de grond lagen.
En ondertussen speelt er zich alweer hetzelfde duivelse tafereel af op hogere niveaus. De speech van de Egyptische militaire top onder leiding van Tantawi was een herhaling van de geschiedenis. Mubarak versie 2.0. Als een autoritaire patriarch sprak hij vol lof over de heldendaden van het Egyptische leger, de opofferingen voor het volk, de eenheid met het volk. “En dat volk,” daverde hij als een ware dramaturg, “belastert ons nu! Maar we zullen het hen vergeven, indien het zich nu gedraagt.” Bam! Nog een klap in het gehavende gezicht van de betogers. Zelfs de blinden zien hoe mensonterend deze leugens zijn. Wie heeft er hier een zwaar tekort aan visie? Maar heeft de lergertop eigenlijk wel een visie gehad de laatste jaren? Het leger heeft alleen de eigen belangen willen dienen. Het zou 30 procent van de Egyptische economie in handen hebben. Het is de grootste ontvanger van Amerikaanse steun, na Israel. Het leger heeft de betogers van januari nooit beschermd. Het is gewoon met de wind meegedraaid, afwachtend welke weg de eigen privileges zou dienen. Op die weg is het een pervers verstandshuwelijk aangegaan met de Moslimbroeders, altans met de leiding daarvan. Die leiding heeft zich alweer tegen de betogers gekeerd. De jonge generatie Moslimbroeders daarentegen staat wel mee op Tahrir. Hand in hand met de seculieren en islamisten.
En ondertussen op de internationale scene: enkele slappe vingertjes die wijzen op het naleven van het verdrag van de mensenrechten. En de Obama administratie die al heftig heeft gereageerd op het belang van het doorgaan van de verkiezingen volgende week. Uiteraard, want al maanden geleden hebben de Amerikaanse top, de Egyptische legertop en de top van de Moslimbroeders hun verdrag gesloten en verzegeld met het bloed van het Egyptische volk. Geen democratie, maar ‘regionale stabiliteit’. Stabiliteit in de zin van een doorzetting van de huidige koloniseringspolitiek. Alleen hadden ze niet gerekend op het inzicht van dat Egyptische volk – en het Arabische volk bij uitbreiding. In een laatste barbaarse poging proberen ze Tahrir dan maar de ogen uit te steken, maar zelfs zonder zicht blijft het volk een duidelijke visie hebben en nastreven: een einde aan de imperialistische dictatuur in Egypte en de hele Arabische wereld! Het is nog een kwestie van tijd, en van bloed – helaas.

maandag 21 november 2011

Frustraties

Wat doet een hoogzwangere moeder zoals ik tijdens revolutionaire hoogdagen? Juist ja, ruzie maken over de afwas. Kon hij nu echt niet eerst de afwas doen alvorens naar Tahrir te vertrekken?
Vrijdag betekende een herademing in het ‘post’-revolutionaire Egypte. Wel, ik heb nooit geloofd in dat ‘post’, want dat was niet meer dan een strategisch taalmiddel om de ware missie van de revolutie te verduizelen en ontkrachten. Maar ik geef toe dat de revolutie sinds de maand ramadan zwaar op zijn gat lag. En dan dus, vrijdag, 18 november. Honderdduizenden betogers in heel Egypte, met een eis: een einde aan de militaire dictatuur. Vreedzame protesten. Totdat Tahrir op vrijdagnacht gewelddadig ontruimd werd door de ordediensten. Toen ik zaterdagochtend voorbij het plein reed, zag ik enkel een zwarte muur uniformen en een rookpluim die opsteeg uit het grasveld waar voorheen de tenten van de betogers stonden. De slag leek gestreden, een-nul voor zwart. Totdat het plein volstroomde met sympathisanten van de gemolesteerde betogers. De volgende drie dagen werden een kat-en muisspel tussen revolutionairen en contra-revolutionairen, nl de ordediensten. Op dit huidige moment, maandagavond 2 1 november, staat de ‘score’ langs burgerzijde op dertig martelaars en meer dan duizend gewonden. En heeft het leger alweer zijn monsterlijke gelaat getoond. En wacht ik op een teken van leven van mijn echtgenoot.
De revolutie Part One volgde ik gefrustreerd vanachter mijn computer, geisoleerd in de Zoerselse bossen. De revolutie Part Two volg ik opnieuw gefrustreerd vanachter mijn computer, geisoleerd in de woestijn op zo’n 20 km van Tahrir. Met die dikke buik ben ik toch maar een obstakel op Tahrir. Ik probeer wat logistieke hulp te verlenen; activisten met elkaar in contact brengen, steun geven aan een inzamelingsactie van medicatie voor de gewonden. Niets cruciaals, niets heldhaftigs, niets historisch. Kortom, ik breng deze revolutionaire hoogdagen door in een groeiende ergernis en loop zuchtend de muren van Facebook op. Ik lees net dat een vriendin/activist een oproep doet voor het bezorgen van snorkelmaskers, die goed zouden helpen tegen het traangas. Waar moet ik nu, om 10 uur ’s avonds snorkelmaskers vandaan halen? Hoe kan ik helpen? Oh God, ik hou het niet meer uit. Ik ga de afwas doen.

vrijdag 18 november 2011

(On)zekerheid

Het leven heeft me geleerd me niet bloot te geven, want bloot betekent kwetsbaar. Het leven heeft me geleerd een masker te dragen, want de echte ik mag niet gezien worden. Het leven heeft me geleerd in de rij te lopen, met hier en daar een frivool huppelpasje, want dat is emancipatie.
Het leven heeft me te dikwijls bedrogen. Want over wiens levenspad gaat het? Over het mijne? Of over datgene dat door mijn maatschappelijk-culturele context werd uitgestippeld, nog voor ik geboren werd? Nee, ik heb het hier niet over een of ander goddelijk lot, maar over de samenleving. Samenleving als een eufemisme voor ontworteling. Bij het doorknippen van de navelstreng wordt elke baby ontworteld van zijn vrije – goddelijke – zijn en dromen en wordt die geketend aan een machine die samenleving heet. Eerlijk, hoeveel echte keuzevrijheid kennen wij?
Ik ben geen socioloog, dus ik ga geen maatschappelijke analyse geven. Ik ben een eeuwige zoeker. Ik wil me ontrukken aan dat klevende masker, aan die kleren die mijn beweging remmen. Ik wil niet huppelen, maar vliegen! Als kleuter vloog ik, echt waar. Tot ik naar school moest. Daar werd het vliegen me verleerd. Rationaliteit! Mensen kunnen niet vliegen op eigen krachten. Creativiteit? Beperkt tot het kiezen van de kleur van de kleren van zwarte piet.  Waarom geen witte piet? Omdat zwarte pieten zwart zijn. Ik moest flink zijn. Wat is flink? Meedoen met de rest, op je tanden bijten, je vleugels verliezen – of altans je geloof daarin, want we hebben geen vleugels!
Een middenklassegezin. Een veilig nestje, samen eten, samen op reis, warme herinneringen. Niks te veel, niks te weinig. Het heilige geloof in zekerheid. Voor de zekerheid heb ik Latijn gevolgd. Daarmee kon ik later nog alle richtingen uit. Voor de zekerheid werd er voor mij aan huwelijkssparen gedaan, met een hoge intrest. Daarmee kon ik later alvast starten. Voor de zekerheid werd er gezwegen over de het grote familiegeheim dat iedereen kende en dat altijd als een donderwolk boven het samenzijn hing. Dat zou later wel verwerkt worden.
En nu is het later. Veel later. Wat hebben mijn zekerheden mij verzekerd? Een CV met enkele universitaire diploma’s, wat verre herinneringen aan exotische reizen met mijn huwelijkscentjes, een onverwerkte familiegeschiedenis. En verder, de onzekerheid over mijn zekerheid. En de zekerheid over mijn maatschappelijke falen. Ik ben gefaald in het efficient gebruiken van mijn door de maatschappij geboden zekerheden. Ik ben mislukt in het uitbouwen van verdere zekerheden. Zie me nu, het verloren schaap, zonder inkomen, zonder spaarcentjes, zonder levensverzekering, ergens in de woestijn en zwanger van een derde kind! En zo onzeker over wat komen zal.
Ja, ik voel me heel onzeker. Onzeker over mijn toekomst, die van mijn kinderen, die van Egypte en die van de wereld. Maar tegelijkertijd ben ik zeker dat het goed is zoals het is. Ik voel me zeker geen slachtoffer van verkeerde keuzes. Die bestaan niet. Elke keuze draagt een mogelijkheid in zich mee. Geen zekerheid, zeker niet! Maar wel een vrijheid. De vrijheid van het onzekere.
Zekerheid heeft me mijn vrijheid ontnomen. Onzekerheid heeft me het leven gegeven. En een geloof in een leven zonder masker. Beetje bij beetje gooi ik mijn kleren uit. Beetje bij beetje leer ik mezelf meer kennen en houden van de onzekerheid van een bloot bestaan.

dinsdag 1 november 2011

Hoop

Ik heb me de laatste weken teruggetrokken van de politieke scene. Geen Tahrir, geen schrijven, geen journalistieke bijdragen, geen contact met hardcore vrienden-activisten. In mijn schelp probeer ik te overleven. Overleven – niet meer en niet minder -  is doorheen de geschiedenis de dagelijkse kracht geweest van miljoenen Egyptenaren. Overleven zonder openlijke hoop, zonder toekomstdromen. Tot de revolutie van 25 januari. Toen vatte de hoop weer vuur, want dood was die hoop niet, en zal ze nooit zijn. Alleen is die hoop, 9 maanden later, weer geslonken tot een waakvlammetje: de enige strategie om te overleven.
Diep in ons hart leeft de hoop nog, als een sprankeltje licht dat ooit, echt waar, weer zal schijnen. Maar we laten het even niet ontkiemen, want dat doet pijn. Telkens wanneer de hoop bloeit, wordt ze weer afgeplukt. Knak. Onthoofd. Weg. Maar het zaadje blijft, verstopt in een kokon, om zich weer in al haar schoonheid te bevrijden wanneer de tijd rijp is. Alleen wil de tijd nu even niet rijpen. De tijd is bitter, grijs, rauw. De winter staat voor de deur.
Maar laten we nu niet melancholisch gaan doen over een zogenaamde Arabische lente. Ik heb nooit geloofd in een lente; een koloniaal-exotisch concept. Oe, de periferie rept zich, wat spannend! Tegelijkertijd werden alle netten uitgegooid om echte verandering te verhinderen. En dan de zelfvoldoening: “Zie je wel. De Arabieren zijn niet klaar voor democratie. Ze hangen nog te veel aan hun religie vast. En islam kan, zoals we wel weten, geen verlichting brengen.”
Fuck you! Ik rep me uit mijn schelp met een welgemeende fuck you! Fuck de ‘westerse’ verlichting. Fuck de ‘westerse’ democratie. Fuck de ‘westerse’ zelfgenoegzaamheid. Tunesie heeft al bewezen dat het een democratisch pad kan bewandelen. But really, who cares about Tunesia? Geen grondstoffen, geen strategische positie; louter het hinterland. En Egypte, wie blijft het leger steunen? Jawel, het westen! Miljoenen worden er gepompt in dat logge, machtsgeile monster. Een monster dat haar burgers manipuleert, molesteert, detineert en prostitueert. Burgers die opkomen voor hun democratische wensen en rechten. Wie is niet klaar voor democratie?
Ik ben boos, maar net die boosheid is een reddingsboei in de zwarte oceaan der hopeloosheid. De Egyptenaren zijn boos. En weldra zal die boosheid weer omslaan in een golf van hoop. Dat moet. Want louter overleven is niet leefbaar. Overleven om te overleven, de hoop onderdrukkend, is zo pijnlijk, zo onmenselijk, zo onrechtvaardig!
Bismillah, al rahmani, al rahiem.