maandag 25 april 2011

Super revolutionair!

Mij werd gevraagd door de organisator van het Antwerpse Rock the Kasbah om een korte update te geven van de revolutie in Egypte. Rock the Kasbah is een tweemaandelijkse artistieke/ journalistieke conferentie in Antwerpen, uit solidariteit met de revolutie in de Arabische wereld.  Vanuit een felouka op de Nijl, vlak bij Tahrir, gaf ik een overzicht van wat de Egyptische revolutie al bereikt heeft en van wat er nog moet gebeuren. Na de opname voelde ik me melancholisch. De revolutie. Zucht. De revolutie? Hmm. Kunnen we eigenlijk wel van een revolutie spreken? Ai!
Het is niet de eerste keer dat ik mezelf afvraag of wat er gebeurde/gebeurt in Egypte wel een revolutie is. Immers, een revolutie houdt een drastische structurele verandering in. Er is nog niets structureel veranderd in Egypte. De legertop, aangesteld door Mubarak en gesponsord door de VS, is aan de macht. Dit is gewoon een verderzetting van de vroegere structuur. In die zin kunnen we dus niet spreken van een revolutie.
Maar toch. Het geeft me een wrang gevoel om niet te spreken van een revolutie. Zelfs al is er (nog) geen drastische structurele verandering gebeurd, toch beleeft Egypte een drastische maatschappelijke verandering. Na decennia van censuur, zwijgplicht en stilte spreekt het Egyptische volk. Het spreekt niet alleen, het roept, het huilt, het schreeuwt, het zingt. Alleen al het doorbreken  van die afgrijselijke stilte is revolutionair!
Trouwens, een nieuwe structuur is geen doel op zich, maar een middel om revolutionaire doelstellingen te behalen. Wat zijn die doelstellingen? Vrijheid van meningsuiting, vrijheid van politieke organisatie en mobilisatie, een rechtstaat waarin iedereen gelijk is en gelijk berechtigd wordt, een natiestaat die de belangen van haar eigen volk dient zonder buitenlandse inmenging, onafhankelijke vakbonden en een onafhankelijk middenveld, een leefbaar minimumloon, kwalitatief en betaalbaar onderwijs.
Aan al die doelstellingen wordt momenteel gewerkt. De media en individuen zijn relatief vrij om hun visie te verkondigen – relatief, want kritiek op onder andere het leger blijft een groot taboe. Een breed spectrum aan politieke partijen rijst op uit het woestijnzand. De grote iconen van het corrupte Mubarak tijdperk staan terecht. Egypte heeft (voorlopig) de bouw van de muur tussen Sinai en Gaza stilgelegd en weigert financiele steun van de Golf – maar de VS blijft alsnog een grote invloed uitoefenen. Vakbonden dienen al iets meer de belangen van hun leden en hun afgevaardigden worden – enigszins - democratisch verkozen. Het minimumloon is verhoogd - maar is nog altijd te laag om menswaardig te overleven. Het onderwijs is aan het herstructureren - maar het zal nog jaren duren alvorens we een kritisch en emanciperend educatief systeem kennen.
Het is duidelijk dat Egypte het revolutionaire pad is ingeslagen. Wat echt revolutionair is, en waarom ik de gebeurtenissen in Egypte dus wel een revolutie noem, is de psychologische verandering die Egypte kent. Het land is ontwaakt uit een nationale depressie en ademt hoop. Wie ooit in Egypte heeft geleefd onder het Mubarak regime, kan zich voorstellen hoe apathisch het volk was door het gebrek aan hoop. Het land van de farao’s werd bewoond door een massa zombies onder de hoede van een clan hyena’s. De slaven hebben hun ketens afgeworpen. En net dat is super revolutionair!

maandag 18 april 2011

Happy Meal

De revolutie wordt gecommercialiseerd. McDonalds staat voor verantwoordelijkheidszin. De Bank van Egypte staat voor burgerschap. De bouwfirma Sahl al Shamali staat voor revolutionaire vernieuwing. Wil je iets verkopen, gebruik dan vooral de kleuren rood,wit, zwart. Succes verzekerd. De revolutie is in. Iedereen is voor. Niemand was ooit tegen. Tahrir is hot. Een catwalk voor fotomodellen. Liefst met een klein, snoezig Egyptisch vlaggetje erbij.
Het is de tijd van epossen. Hoe Ahmed een zwaar gewonde betoger uit de klauwen van de monsters redde. Hoe Mona zich heldhaftig voor een waterkanon plaatste. Het is de tijd om in de voltooid verleden tijd te praten. De revolutie wordt een deel van het collectief geheugen.
En net dit noem ik de contra-revolutie. Ik ben de verhalen over infiltranten en georkestreerde tegenbetogingen beu. Hoe dreigend ze ook kunnen zijn, het ware gevaar schuilt in mythologisering van het verleden dat nog altijd heel tegenwoordig is. De revolutie is nog niet gedaan! De revolutie mag nog niet gedaan zijn, want dan was ze eigenlijk geen revolutie. Dan was ze slechts een opstand. De revolutie is onze toekomst!
Steeds meer mensen willen de draad van het ‘normale’ leven weer opnemen. Welk normaal leven? Wiens normaal leven? Een kruipend en knielend bestaan in de naam van corruptie en angst? We zijn nog maar net begonnen! Het is niet omdat we het heilige woord ‘democratie’ eindelijk weer in de mond hebben durven nemen, dat we democratisch zijn. Natuurlijk moeten we offers brengen.  Dat is altijd zo geweest indien je iets goddelijks wil bereiken. Ik spreek niet van mensenoffers, want die hebben we de revolutie al geschonken, maar van een permanent bewustzijn van wat er nog moet gebeuren. En dat is vermoeiend, uitputtend, socio-economisch heel zwaar.
Steeds meer mensen willen verzoening. Vlak na de hoogdagen van de revolutie – na het aftreden van Mubarak – zochten velen ook persoonlijke vernieuwing: nieuw werk, een nieuwe relatie, nieuwe ‘uitdagingen’. Men voelde zich sterk, zelfzeker. Men was niet bang van ontslag of scheiding. Nu is de adrenaline gedaald. Koppels verzoenen zich weer en hervatten hun bestaan in leugens en hypocrisie. Werknemers knikken opnieuw onderdanig naar hun chefs.
De revolutie wordt geprostitueerd. Ze wordt te veel misbruikt voor onrevolutionaire doeleinden, door individuen en instituten die geen echte verandering willen, maar die hun macht willen behouden. Door de revolutie te depolitiseren in de vorm van reclame en mythes dreigt ze aan kracht in te boeten. Ik hoop op een nieuwe adrenalinestoot volgende vrijdag op Tahrir, maar ik ben bang dat velen zich ondertussen hebben neergelegd aan en bij een Happy Meal.

woensdag 13 april 2011

Het leger

Ik was er niet eens zo ver af. Het is geen vergiftiging, maar een hartkwaal. En wij hebben er het raden naar waar senior Mubarak nu verblijft. In een ziekenhuis in Sharm, aan het Suezkanaal, in Cairo? Zijn zonen, die zitten momenteel in El Tora gevangenis, achter de koloniale wijk van El Maadi in Cairo. Goede zet van het leger. De hete adem van de revolutie liet de legertop zweten. Indien er geen Mubarak tegen vrijdag in de cel zat, zou het land ontploffen. Nu hebben we twee junior Mubarakjes in de cel, en de gemoederen zijn weer even bedaard, de woedende vuisten ietwat ontspannen.
Het leger speelt een gemeen spel.  Elke donderdag doet het een toegeving aan de eisen van de betogers, om zo de lont uit de vrijdagse betogingen te halen en om zijn positie in de revolutie te verstevigen. Maar wat is de positie van het leger nu eigenlijk? Ik stel deze vraag aan elke Egyptenaar die mijn pad kruist en zo vriendelijk is even te willen praten. En praten doen alle Egyptenaren nu. Na decenia van verplicht zwijgen, vloeien de woorden rijkelijk.
Volgens de bawab (portier) van het appartementsgebouw waar ik woon, wordt het leger geinfiltreerd door de Mosad – ik wachtte al een tijdje op dit soort van analyse. Heerlijk toch, die eenvoudige complottheorieen wanneer de werkelijkheid te complex is om te kunnen vatten! “Het leger op zich staat aan onze kant”, aldus Mohamed de bawab, “maar het wordt gefinancierd door Amerika, de CIA dus, de Mosad dus. Om hun geldstroom te garanderen, hebben een aantal topofficieren van het Egyptische leger hun vel verkocht voor Israelische belangen. Natuurlijk wil Israel geen echte democratie in Egypte, want dat zou het einde betekenen van haar bestaan. Daarom wil Israel de revolutie vervuilen door wantrouwen te zaaien tussen het leger en het volk. Vandaar de recente misstappen van het leger naar de revolutionairen.”
Maar zijn die ‘misstappen’ echt zo recent? Volgens de blogger Mikel Nabil niet. Mikel had op zijn blog een uitgebreide analyse met veel getuigenissen geplaatst over de negatieve rol van het leger in de revolutie. Volgens hem heeft het leger van in het begin de revolutie proberen te manipuleren voor zijn eigen belangen. Meer nog, het leger zou van in het begin stelselmatig demonstranten hebben gearresteerd en gefolterd. Eergisteren werd Mikel voor een militaire rechtbank ervan beschuldigd een gevaar te zijn voor de nationale veiligheid. Hij is veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf.
Laat me eerlijk zijn. Ik kende Mikel Nabil niet. Pas nu heb ik zijn blog bezocht en heb ik hem – zoals het een goede FB revolutionair betaamt - gegoogeld. Toen ik las dat Mikel streefde naar een toenadering tot Israel, ging ook mijn complottheorieenbelletje rinkelen. Hola! Israel! Hij heeft de problemen zelf gezocht. Hoe kan je nu oprecht geloven in een democratisch en vrij Egypte EN tegelijkertijd in een vriendschappelijke politiek met Israel? Maar goed, zelfs indien hij echt zo dacht en dit echt zo schreef, dan nog heeft de man recht op vrijheid van meningsuiting. Niemand mag veroordeeld worden op basis van wat hij schrijft op zijn blog. En hij mag niet veroordeeld worden voor een militaire rechtbank.
Dat Mikel veroordeeld werd, heeft niets te maken met zijn eventuele standpunt met betrekking tot Israel, want de legertop zelf was de eerste om aan te kondigen dat de relatie met Israel dezelfde zal blijven – collaboratie dus met de koloniale en fascistische staat van Israel. Mikel werd veroordeeld omdat hij te kritisch was over het leger, omdat hij bewijzen leverde over de folteringen van betogers door het leger. De vrijheid van meningsuiting die decennia lang onderdrukt werd, wordt ook nu onderdrukt, en nog wel door het instituut dat zichzelf de behoeder van de revolutie noemt. Beangstigend. Dat vinden ook miljoenen andere Egyptenaren. Het gonsde de voorbije dagen aankondigingen van massale betogingen op vrijdag.
Maar ook nu heeft het leger het weer slim gespeeld. Het leger heeft de zonen Mubarak als een joker op tafel gegooid om de gemoederen te sussen. Het lijkt te lukken. Het volk bevindt zich momenteel in een roes door de arrestatie van twee van de meest gehate mannen in het huidige Egypte. Ik denk dat het vrijdag een rustige dag zal worden op Tahrir ...

maandag 11 april 2011

Wat met Mubarak?

Hoera! Egypte heeft de Belgische media opnieuw gehaald! Er zijn doden gevallen en de oude Mubarak heeft zijn kop nog eens getoond op de televisie. Ik kreeg net een telefoontje van Radio1 om de huidige situatie in Egypte te schetsen: “Wat met Mubarak?” Tja, wat met Mubarak?
Precies twee maanden geleden, op 11 februari 2011, trad Hosni Mubarak af als president van Egypte. Sinds 28 februari staan de stakkerd en zijn familie onder huisarrest in het presidentiele paleis in Sharm El Sheihk. Ik probeer me voor te stellen hoe ze hun dagen vullen samen. Nemen Hosni, Suzanne, Gamal  en Alaa gezamelijk hun ontbijt? Worden hun pralines nog altijd rechtstreeks overgevlogen uit Brussel? Of verslikken ze zich nu in de Egyptische namaakchocolade? Wordt er gesproken tijdens het eten? Of zitten ze verveeld voor zich uit te staren, de ogen gericht op de blauw-rode zee en de bloed-rode bergen van hun Saoudische partners in crime? Hebben ze nog een butler om hun thee te brengen? Hoe denkt die butler het Egyptische volk nog onder ogen te durven komen? Wat staat er op hun dagprogamma?
Het huisarrest wordt blijkbaar niet zo strikt nageleefd, want gisteren nog straalde Mubarak op de Saoudische TV zender ‘Al Arabiya’. Voor zover we weten, heeft Mubarak geen toestemming gevraagd om een cameraploeg te ontvangen. Maar bon. Daar was hij dus. Een gebroken man. In de steek gelaten door zijn volk dat hij meer dan dertig jaar trouw gediend heeft. “Nooit heb ik mijn positie misbruikt om mezelf of mijn familie illegaal te verrijken. Ik heb geen buitenlandse bankrekeningen of eigendommen. De leugens over mij en mijn familie doen me pijn. Ik zal het niet nalaten een rechtzaak aan te spannen tegen zij die mijn reputatie zwart maken.” Mubarak heeft zijn typische chantagetactiek nog niet verleerd. Eerst werkt hij op de emoties van de Egyptenaar. Op hun respect voor ouderen, hun eergevoel. Vervolgens dreigt hij. Hij blaft. Hij laat zijn (valse) tanden zien. Waarom is de hond nog niet gearresteerd? Wie blijft hem beschermen?
Goed, Mubarak en zijn zonen worden uiteindelijk wel gedagvaard. Gisterenavond liet de Egyptische procureur-generaal Abdel Mahmoud Meguid weten dat er een onderzoek is gestart naar hun rol in het misbruik van publieke fondsen en in het geweld tegen betogers. De Egyptische militaire leiding had niet veel keuze meer na de recente miljoenenbetogingen voor een snelle berechtiging van Mubarak. Maar wat betekent dit concreet? Ik denk niet dat Mubarak gearresteerd zal worden, zoals met voormalig eerste minister Ahmed Nazif is gebeurd. Mubarak weet te veel. Mubarak is gehaat door zijn volk, maar is (nog altijd) geliefd door de imperialistische machten. Israel, US, Saoudi-Arabie, EU, de hele bende heeft de persoon Mubarak dan wel laten vallen, maar niet het instituut Mubarak. Dat blijven ze beschermen in de vorm van steun aan de corrupte en dictatoriale legerleiding.
En wat met Mubarak zelf? Ik heb zo het gevoel dat die niet veel geheimen zal prijsgeven. Dat hij de een of andere voedselvergiftiging zal oplopen. Arme man, opgesloten in een uithoekje van de Sinaiwoestijn ...

Wij

Ik ben zo verkeerd bezig. Ik schrijf in de wij-vorm, terwijl ik niet in de naam van het Egyptische volk kan en wil spreken. Trouwens, het Egyptische volk is ook een illusie. De armen beschuldigen de rijken ervan de realiteit van het volk niet te kennen. De rijken berispen de armen dat ze te onwetend zijn. Maar waarom schrijf ik dan in de wij-vorm? Om mezelf een stem toe te kennen? Om mezelf te overtuigen van mijn eigen waarde? Laat me eerlijk zijn. Vrijdags ga ik ’s morgens met de kindjes naar de speeltuin. Rond het middaguur draai ik mijn Arafatsjaal over mijn schouders en pin ik er een Egyptische vlag op. Dan wandel ik glorieus de Qasr al Nil brug over om me te laten onderdompelen in de roes van het Tahrirplein en urenlange discussies aan te gaan met betogers van verschillende stromingen. Ik waan mezelf een Egyptische revolutionair; vind het raar dat mensen me vreemd aankijken.  Ik waan mezelf een deel van de revolutionaire kosmos; vergeet dat ik niet eens aanwezig was tijdens de miljoenendemonstraties van februari. Ik meen alles te kunnen vatten; alleen mis ik de helft van de betogen, omdat ik het Arabisch onvoldoende machtig ben. De meeste discussies verlopen in het Engels, waardoor die diversiteit van stromingen eerder beperkt is. Vervolgens haast ik me naar huis, om een originele status op Facebook te posten. Jaweeeel, ik was weer eens op Tahrir vandaag!  En dan wachten op het aantal ‘friends’ dat mijn status ‘likes’.
Triestig, nietwaar? Hoe durf ik in de wij-vorm te schrijven? Gisteren zei een kennis me dat ik geen geloofwaardige stem kan zijn, “want van zodra het hier gevaarlijk wordt, ben jij weg met je kinderen.” Ik was onthutst, maar ben niet in de verdediging gegaan. Want eigenlijk heeft ze gelijk. Indien het hier een tweede Lybie wordt, vlucht ik meteen naar de Belgische Kempen. Hoewel, door nu mee actief te zijn – al is het alleen op vrijdag en op Facebook – draag ik toch mijn steentje bij in het voorkomen van een explosieve situatie? Dus dan ben ik toch een heel klein beetje ‘wij’? Uhum, de ‘wij’ om mezelf te overtuigen van mijn eigen waarde. Heel solidair. Ik kan me waarschijnlijk nuttiger maken door op de westerse media in te spelen. Amerika en Europa, blijf weg uit deze revolutie! Hou jullie bakkes, hou jullie pooiersgeld, hou jullie poten thuis. Zoiets. Maar dan in net iets beschaafdere woorden. Goed, en hoe kan mijn boodschap de massamedia bereiken? Ik kan Rudi Vranckx, mijn Facebookvriendje,  misschien vragen mijn tussenmedium te zijn. Ik kan misschien op mijn eigen blog posten? Fantastisch, en zo bereik ik alvast 5 mensen. Mijn bijdrage aan de revolutie.

zondag 10 april 2011

Het beest

Niets is eenvoudig, dus ik wil ook niet spreken van een pre- en postrevolutionair Egypte. Wanneer is de revolutie trouwens begonnen? Op 25 januari, op de feestdag van de politie, toen duizenden Egyptenaren op straat kwamen tegen het toenemende politiegeweld? Als je een datum nodig hebt om in de historische canon te worden opgenomen en herdacht, tja, dan kan je 25 januari 2011 nemen als de dag waarop de revolutie begon. Maar voor mij en voor velen anderen begon de revolutie al veel eerder, want al maanden, nee al jaren smeulde de lava onder het woestijnzand en geregeld barstte de dorre aarde open in een etterende woedestroom. Alleen was die stroom op 25 januari niet te stillen. Er vormde zich geen korst op de wonde. Integendeel, telkens opnieuw wordt er in de wonde gepord. Elke vrijdag halen we er nieuwe smurrie uit. Elke vrijdag kermt het beest en klauwt het razend rond zich heen. Er is dan ook geen sprake van een postrevolutie. We zitten er nog middenin!  En het stinkt, bwah, het stinkt!
Elke vrijdag staan we met duizenden op Tahrir. Ikzelf was tijdens het aftreden  van Mubarak in Belgie. Ik nam deel aan anti-Mubarak betogingen in Brussel. Ik riep: “Thawra, thawra, hetta al mawt!” (“Revolutie tot de dood.”) Hoe loos klonken die woorden in de Brusselse Anspachlaan, hoe echt op het Tahrirplein in hartje Cairo. Eergisteren, vrijdag 8 april, heetten we met honderdduizenden een groep ‘deserterende’ legerofficiers welkom op Tahrir. Voor het eerst namen mensen uit het leger actief deel aan de betogingen, protesterend tegen de corruptie van de legerleiding. De legertop bestaat uit getrouwen van ex-president Mubarak. “Thawra, thawra hetta al mawt!” De tranen stroomden over onze wangen. Oh ja, tot de dood. Diezelfde nacht riskeerden betogers hun leven om hun kameraden uit het leger te beschermen tegen datzelfde leger. Er vielen twee doden en een zeventigtal gewonden.
Het beest leeft nog. Zijn het de laatste stuiptrekkingen, of is het zich aan het herstellen? Elke dag horen we nieuwe theorieen. Niemand weet het. Weet het beest het zelf wel? Net die onzekerheid maakt de huidige situatie zo afmattend. Niet alleen het beest, maar ook wij zijn uitgeput. Of is het beest niet uitgeput? Wacht het gewoon op de verlammende zomerhitte om ons te verpletteren? Of zijn wij echt te sterk om ons te laten verpletteren? Is het de woede die onze eigen grenzen verlegt? Want woedend zijn we, ziedend! Het beest moet dood! Het beest moet dood!

Het begin

Wekenlang wachtte ik op een teken om te schrijven. Een symboliek die me tot schrijven zou aanzetten. Want schrijven is op dit moment en in deze context een verkrachting van de diversiteit en difuusheid van de realiteit.
Vandaag is een dag zoals gisteren en eergisteren. Geen teken is tot mij gekomen. Toch schrijf ik. Net zoals de revolutie plots uitbarstte, barsten de woorden uit mij. Net zoals de revolutie al lang borrelde, borrelen letters in mij. Net  zoals het pad van de revolutie onvoorspelbaar is, weet ik niet waarnaar deze zinnen zullen leiden. Of ze zullen leiden. Zullen ze dansen? Zullen ze roepen? Zullen ze huilen? Zullen ze zwijgen?
Ik schrijf vanuit mijn positie als een getuige van en deelneemster aan de Egyptische revolutie. Ik schrijf vanuit mezelf. Journalistiek schrijven – zogezegd objectief schrijven – is een leugen. Wat is de realiteit nu? Wie is er echt aan de macht? Hoeveel demonstranten werden gisteren gedood? Waarom wordt Mubarak niet voor de rechtbank gebracht? Wanneer is de revolutie eigenlijk begonnen? Welke krachten spelen er? Niemand kan hierop antwoorden. Tegelijkertijd heeft iedereen hierop zijn eigen antwoord. Niets is duidelijk, niets is zeker. En daarover wil ik schrijven.