maandag 11 april 2011

Wij

Ik ben zo verkeerd bezig. Ik schrijf in de wij-vorm, terwijl ik niet in de naam van het Egyptische volk kan en wil spreken. Trouwens, het Egyptische volk is ook een illusie. De armen beschuldigen de rijken ervan de realiteit van het volk niet te kennen. De rijken berispen de armen dat ze te onwetend zijn. Maar waarom schrijf ik dan in de wij-vorm? Om mezelf een stem toe te kennen? Om mezelf te overtuigen van mijn eigen waarde? Laat me eerlijk zijn. Vrijdags ga ik ’s morgens met de kindjes naar de speeltuin. Rond het middaguur draai ik mijn Arafatsjaal over mijn schouders en pin ik er een Egyptische vlag op. Dan wandel ik glorieus de Qasr al Nil brug over om me te laten onderdompelen in de roes van het Tahrirplein en urenlange discussies aan te gaan met betogers van verschillende stromingen. Ik waan mezelf een Egyptische revolutionair; vind het raar dat mensen me vreemd aankijken.  Ik waan mezelf een deel van de revolutionaire kosmos; vergeet dat ik niet eens aanwezig was tijdens de miljoenendemonstraties van februari. Ik meen alles te kunnen vatten; alleen mis ik de helft van de betogen, omdat ik het Arabisch onvoldoende machtig ben. De meeste discussies verlopen in het Engels, waardoor die diversiteit van stromingen eerder beperkt is. Vervolgens haast ik me naar huis, om een originele status op Facebook te posten. Jaweeeel, ik was weer eens op Tahrir vandaag!  En dan wachten op het aantal ‘friends’ dat mijn status ‘likes’.
Triestig, nietwaar? Hoe durf ik in de wij-vorm te schrijven? Gisteren zei een kennis me dat ik geen geloofwaardige stem kan zijn, “want van zodra het hier gevaarlijk wordt, ben jij weg met je kinderen.” Ik was onthutst, maar ben niet in de verdediging gegaan. Want eigenlijk heeft ze gelijk. Indien het hier een tweede Lybie wordt, vlucht ik meteen naar de Belgische Kempen. Hoewel, door nu mee actief te zijn – al is het alleen op vrijdag en op Facebook – draag ik toch mijn steentje bij in het voorkomen van een explosieve situatie? Dus dan ben ik toch een heel klein beetje ‘wij’? Uhum, de ‘wij’ om mezelf te overtuigen van mijn eigen waarde. Heel solidair. Ik kan me waarschijnlijk nuttiger maken door op de westerse media in te spelen. Amerika en Europa, blijf weg uit deze revolutie! Hou jullie bakkes, hou jullie pooiersgeld, hou jullie poten thuis. Zoiets. Maar dan in net iets beschaafdere woorden. Goed, en hoe kan mijn boodschap de massamedia bereiken? Ik kan Rudi Vranckx, mijn Facebookvriendje,  misschien vragen mijn tussenmedium te zijn. Ik kan misschien op mijn eigen blog posten? Fantastisch, en zo bereik ik alvast 5 mensen. Mijn bijdrage aan de revolutie.

3 opmerkingen:

  1. ik begrijp je reflectie, maar toch vind ik dat je een belangrijke schakel bent, net zoals eenieder daar op het tahrirplein die het vuur blijft aanwakkeren! jij bent onmisbaar in het overdragen van informatie naar het "westen", in het "vertalen" (letterlijk en figuurlijk!) wat er daar gebeurt en blijft gebeuren! voor ons is het zo een "ver van mijn bed"show dat we elke dag opnieuw risico lopen om de situatie in Egypte(of Tunesie, of Palestina,of...) naast ons neer te leggen, maar net omdat we die link hebben met jou (als vriendin, maar ook als "Belgische;-)! kunnen wij blijven aanhaken! kom op meid, je bet goed bezig! en een beetje zelfkritiek is gezond, maar laat de moed hierdoor niet helemaal zakken he ;-)!!!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Juist omdat je zo zelfbewust en bescheiden bent kan je een belangrijke bijdrage leveren met jouw genuanceerde "vertalingen" van de situatie naar het Westen. De meeste Westerse journalisten gaan een paar dagen naar Cairo, spreken geen woord Arabisch en denken desondanks dat ze het allemaal wel begrijpen. Nu de aandacht van het Westen begint te verzwakken is het jouw ("onze":)) taak om mensen te blijven informeren en om een tegenwicht te bieden aan met de moslim broederschap en westerse belangen geobsedeerde mainstream media. Ga zo door! Je eerlijkheid is je grootste kracht.

    BeantwoordenVerwijderen