Bijna dagelijks ontvang ik mails van vrienden, kennissen en journalisten uit Belgie met de vraag hoe de toestand in Egypte nu eigenlijk is. De toestand? Welke toestand? De revolutie? Wel, die gaat goed. Journalisten vragen me ook naar interessante contacten die ze – op enkele uitzonderingen na – online kunnen interviewen om een beeld te krijgen van ‘de toestand’. Ik vraag hen dan waarom ze niet zelf naar Egypte komen. “Elke Egyptenaar kan je een beeld geven van de revolutie.”
In mijn eerste collumn over de revolutie stelde ik dat het schrijven over de huidige gebeurtenissen een verkrachting is van de realiteit. En dat is ook zo. Er zijn immers evenveel realiteiten als dat er Egyptenaren zijn – of beter gezegd mensen in Egypte, want ook vluchtelingen, expats en buitenlanders beleven hun eigen realiteit. Schrijven reduceert de complexiteit tot enkele algemene stellingen, die afbreuk doen aan de diversiteit van de realiteit. Toch is schrijven belangrijk, want de pen is een cruciaal wapen van de revolutie. Via de pen delen we informatie, meningen, inzichten en acties.
Wat me boos maakt, is dat de pennen van de westerse massamedia de revolutie bagateliseren en zelfs ontkennen. Ik lees ‘analyses’ die stellen dat de’ Arabische lente’ voorbij is. Wie is trouwens ooit op de proppen gekomen met deze belachelijke term, ‘de Arabische lente’. Zo lieflijk, fragiel. Nee, beste journalisten, dit is geen lente, maar een orkaan! Een Tsunami, om het in jullie termen te noemen. Hahaha, dat klinkt al beter, he! Een Tsunami kan je niet zomaar bagateliseren en ontkennen! Deze Tsunami zal de imperialistische wallen verwoesten!
Net omdat massamedia de publieke opinie en bijgevolg de politieke arena zo erg beinvloeden, zie ik het als mijn revolutionaire plicht om een tegenwicht te bieden aan de negatieve berichtgeving over de revolutie. Ik bied een zicht op mijn realiteit. Ik bied mijn stem. En dat is een stem van hoop en optimisme. Helaas worden mijn hoop en optimisme vaak negatief onthaald door westerse journalisten.Verschillende feiten worden me naar het hoofd geslingerd om me monddood te maken. Alleen zijn die feiten maar enkele facetten van de werkelijkheid.
De aanranding van een Amerikaanse journaliste op Tahrir! Ja, dat is een vreselijke realiteit. Maar tegelijkertijd zijn er andere realiteiten die wel hoopvol zijn, zoals het feit dat vele vrouwen zich op Tahrir in een wereld van gendergelijkheid wanen. Het sektaire geweld! Ja, er zijn inderdaad al tientallen doden en honderden gewonden gevallen bij aanvallen op de Koptische gemeenschap. Maar tegelijkertijd komen er tienduizenden moslims op straat tegen dit geweld. De oprichting van religieus extremistische partijen! Ja, zo bestaan er inderdaad enkele – bovendien gesponsord door Saoudisch oliegeld - maar is dit niet een verklaarbaar fenomeen in de context van een democratie-in-wording? Bovendien worden ze door de meeste Egyptenaren niet ernstig genomen.
Boos word ik ook van de hypocrisie van die ‘feitelijke berichtgeving’. Hoezo, Egyptenaren zijn een extreem volk? De extremisten in deze regio zijn de westerse vriendjes Israel en Saoudi-Arabie! Hoezo, Arabieren hebben een intrinsieke haat tegenover joden? Wie is ook alweer verantwoordelijk voor de Holocaust? Arabieren haten Israeli’s, want die hebben hun land afgepakt, hun dorpen verbrand en hun kinderen vermoord. Hoezo, Egyptenaren zijn niet klaar voor democratie? De imperialistische machten zijn niet klaar voor democratie, want democratie ondermijnt hun bestaansreden!
Kortom, hoe is ‘de toestand’ hier in Egypte? Dynamisch! Hoopvol! Een kruidvat aan alternatieven voor de bestaande imperialistische en zionistische wereldorde. Uiteraard zal die wereldorde zich hiertegen verzetten. En dat kan explosief worden. Maar uiteindelijk zal rechtvaardigheid overwinnen. Deze pen is mijn zeer minimale en uiterst bescheiden bijdrage aan de revolutie. Mijn pen is mijn wapen. Ik geef maar een enkele realiteit mee, maar ik hoop hiermee de complexiteit van de revolutie mee kracht te geven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten