maandag 13 januari 2014

De dood als doel


Elke dag stel ik werkzoekenden dezelfde vraag, wat ze wensen te bereiken in/met hun leven? Samen bekijken we hun competenties en mogelijkheden, we vangen dromen en proberen die om te zetten in een stappenplan, of beter nog, een actieplan. Ikzelf heb genoeg actie. Ik verberg me achter stapels werk, de opvoeding van drie kinderen, huishoudelijke en maatschappelijke verplichtingen. Voorlopig hoef ik me die vraag over het doel van mijn leven niet te stellen. Of toch? Wat is die uiteindelijkheid waarheen ik hoop dat mijn stappen me zullen leiden?

Wat hoop ik te bereiken? Ik koester geen professionele of materiele ambities. Uiteraard streef ik naar geluk voor mij en mijn kinderen, voor mijn dierbaren en de wereld. Maar het geluk van mijn kinderen en de wereld heb ik zelf niet in handen. Mijn eigen geluk daarentegen hangt af van mijn eigen eerlijkheid jegens het leven. En jegens de dood.

Wat ik echt hoop te bereiken, is dat ik vanuit een ultiem gevoel van geluk en van intense rust, vanuit een (h)erkenning van het goddelijke in mijn diepste wezen, een volmondig ja tegen de dood durf te zeggen. Dat ik in alle eerlijkheid de dood durf te verwelkomen wanneer die me in de ogen kijkt. En dat ik in de dood de pure lichtbron in het hart van de corona mag aanschouwen, zonder mijn eigen ogen neer te slaan. Ik hoop dat ik op een dag klaar ben om te vertrekken op die uiteindelijke reis, die me, insha’Allah, thuis zal brengen.

De dood als poort naar huis. Maar daarvoor moet ik eerst de nevels van me afwerpen en uit mijn eigen schaduw treden. De competenties die ik daarvoor nodig heb? Durf, eerlijkheid, geloof, doorzetting en geduld. Mijn stappenplan? Mezelf stap voor stap ontsluieren voor mezelf om zo, diep in mezelf, de onsterfelijkheid te ontdekken. Mijn actieplan? Mijn leven te leven in een voortdurend bewustzijn van de eenheid van ons allen, daarnaar te handelen en het ten volle te aanvaarden. Mijn doel in dit leven? Ooit, op dat ultieme moment waarin het wereldse slechts een verzuchting blijkt van de eindeloosheid, de schoonheid van de dood te ervaren.


donderdag 2 januari 2014

Drama van het individu

We weten het al lang; ben je arm, dan heb jij niet de juiste kansen gegrepen. Ben je langdurig werkloos; dan ligt dat aan jouw eigen gebrek aan werkwillendheid. Heb je een burnout, dan is dat omdat je als individu de verkeerde prioriteiten stelt. Kortom, het individu creëert zijn eigen hemel of hel; jij bent je eigen god. De maatschappij is slechts het decor waarin jij acteert. Er is geen ruimte voor toeschouwers, geen ruimte voor zelfreflectie, want de acteur doet het alleen. Nu ja, alleen, weliswaar onder strikte controle van de regisseur. En als de acteur zijn rol niet volgens de regels van Het Boek vervult, wordt hij geGASsioneerd of erger nog, verdwijnt hij achter de coulissen, buitenspel, verworpen uit de canon van de geschiedschrijving.

De individualisering is de nieuwe religie en het almachtige individu de nieuwe tempel. Maar o wee als het individu wordt aangesproken over zijn interactie binnen het bredere rollenspel, in zijn relatie tot het andere individu, in een context van gedeelde verantwoordelijkheid. Dan verschuilt het zich achter zijn individuele beperktheden en relativiteit. Dan is het individu plots niet meer dan een kleine schakel in een spel waarin geen plaats is voor zijn individuele stem. Dan verschraalt het tot een deel van het decor. Want verantwoordelijkheid geldt enkel in de creatie van het eigen epos. Helaas schrijft de protagonist in zijn narcisme de tragedie van de ander. Maar daaraan heeft onze held geen boodschap. Immers, hij laat zich maar al te graag verblinden door de schijnwerper waarin hij zelf wil staan, in de illusie van eeuwigheid, doodsbang voor de duisternis van de ander.

Echter, die duisternis creëert hij zelf. Die duisternis huist in hemzelf. Want echt licht komt alleen voort uit warmte, tenzij het een reflectie is, maar ook dan is de oorspronkelijk bron warmte. Het individu, ogenschijnlijk helemaal alleen in zijn spel, is koud, heeft externe warmte nodig om in het licht te staan. Het is de regisseur die bepaalt welke acteur in de schijnwerper komt. En zo kan de held plots de anti-held worden, beschimpt en verdoemd. Ach wat, het was zijn eigen fout, nietwaar?


In onze individualisering worden we steeds meer de speelbal van de regisseur, van de neoliberale politiek. Als we ons eigen individu willen redden, zullen we de andere acteurs moeten betrekken, hen bij de hand nemen, ook diegenen achter de coulissen. In interactie en dialoog met elkaar, in een gezamenlijk drama waarin we allemaal helden kunnen zijn. Helden uit wiens warme harten het licht ontspringt. Samen licht.